maandag, 14. mei 2012 - 19:38

Melkzuurbacteriën verrassend succesvol tegen blaasontsteking

Amsterdam

Capsules met lactobacillen kunnen verrassend goed blaasontstekingen voorkomen. Ze zijn minder effectief dan antibiotica, maar het verschil is niet zo vreselijk groot.

Bovendien treedt er bij lactobacillen geen resistentie op, terwijl dat bij antibiotica een groot probleem is. Dat blijkt uit een studie onder leiding van AMC-onderzoekers Suzanne Geerlings en Mariëlle Beerepoot. Een publicatie hierover verschijnt 14 mei in de Archives of Internal Medicine.

Overgangsklachten
In de periode na de overgang (menopauze) krijgen heel wat vrouwen vaak, tot wel meerdere keren per jaar, urineweginfecties. Zo’n blaasontsteking treedt op omdat de hoeveelheid oestrogeen in hun lichaam daalt, met als gevolg minder ‘goede’ lactobacillen in de vagina. Daardoor kunnen bacteriën die blaasontstekingen veroorzaken de overhand krijgen.

Voor postmenopauzale vrouwen die last hebben van steeds terugkerende urineweginfecties bestaan oestrogeencrèmes en tabletten voor vaginaal gebruik. Dat werkt niet altijd. Bovendien vinden veel vrouwen het smeren of inbrengen erg vervelend. De enige remedie is dan een dagelijkse, lage dosis antibiotica om nieuwe blaasontstekingen te voorkomen. Ideaal is dat niet, want op den duur kunnen de bacteriën die de urineweginfecties veroorzaken, resistent worden voor deze medicijnen.

Alternatieven voor antibiotica
Suzanne Geerlings en Mariëlle Beerepoot van de afdeling Inwendige Geneeskunde onderzoeken daarom alternatieven voor antibiotica. Uit eerdere studies bleek dat lactobacillen veelbelovend zijn. Daarom zetten de AMC’ers samen met onderzoekers van het Maastricht UMC een studie op bij een groep van 252 gezonde vrouwen die de menopauze achter de rug hebben. Gedurende twaalf maanden kreeg de helft van hen lage hoeveelheden van het antibioticum co-trimoxazol. De rest kreeg twee keer per dag capsules met daarin de lactobacillen L. reuteri RC-14 en L. rhamnosus GR-1.

Voordat ze aan de studie meededen, hadden de vrouwen gemiddeld zo’n zeven urineweginfecties per jaar. Degenen die antibiotica kregen, liepen in twaalf maanden tijd gemiddeld 2,9 urineweginfecties op. De lactobacillengroep had er gemiddeld 3,3. Een hoog percentage vrouwen in beide groepen kreeg minstens één blaasontsteking. Onder de antibioticagebruikers trad de eerste urineweginfectie gemiddeld na zes maanden op, bij degenen die lactobacillen kregen, al na drie maanden.
‘Lactobacillen doen het dus minder goed dan antibiotica’, zegt Geerlings. ‘Maar de resultaten liggen erg dicht bij elkaar, én er treedt geen resistentie op tegen de lactobacillen.’ Tegen de antibiotica wel: een maand nadat de vrouwen ermee waren begonnen, was 80 tot 95 procent van de blaasontsteking veroorzakende E. coli bacteriën resistent geworden.

Er zit zeker toekomstmuziek in het gebruik van lactobacillen ter preventie van urineweginfecties, meent Geerlings. De onderzoekers splitsten de resultaten van de studie uit naar vrouwen met urineweginfecties die verder gezond zijn en vrouwen met gecompliceerde blaasontstekingen. Bij deze laatste groep deden antibiotica het stukken slechter en kwamen de lactobacillen er beter uit. ‘Waarschijnlijk omdat deze vrouwen veel vaker antibioticakuren hebben gehad. Daardoor is er meer kans op resistentie’, aldus Geerlings.
Categorie:
Tag(s):