maandag, 16. april 2012 - 9:42 Update: 08-07-2014 0:53

Ruim helft boerenbedrijven heeft neveninkomsten

Den Haag

Ruim de helft van de land- en tuinbouwbedrijven in Nederland heeft in 2010 inkomsten uit verbreding of een baan buiten het bedrijf. Dat geldt vooral voor de kleinere bedrijven.

In 2010 waren er in Nederland ruim 72 duizend land- en tuinbouwbedrijven. Op 52 procent van deze bedrijven waren er neveninkomsten. Dat kan zijn door verbreding, zoals bijvoorbeeld de verkoop van producten aan huis of om stalling van goederen. Het kan ook zijn door een baan buiten het bedrijf.

Kleine bedrijven hebben vaker bijverdiensten
Boeren van kleinere land- en tuinbouwbedrijven hebben vaker neveninkomsten dan boeren van grotere bedrijven. Zo had bijna 60 procent van de kleine landbouwbedrijven (met een standaard opbrengst per jaar tussen 25 duizend en 100 duizend euro) neveninkomsten. Bij de bedrijven met meer dan 3 miljoen euro standaard opbrengst per jaar is dat maar 20 procent. Op de kleinste agrarische bedrijven, met een opbrengst tot 25 duizend euro, wordt minder vaak bijverdiend.

Minste neveninkomsten in de glastuinbouw
Het aandeel bedrijven met neveninkomsten verschilt ook sterk per sector. In de glastuinbouw wordt het minst bijverdiend, 27 procent in 2010. Bij schapen-, geiten- en paardenbedrijven daarentegen ligt dit aandeel op bijna 60 procent.

Meeste bijverdiensten op middelbare leeftijd
Bij boerenbedrijven geleid door iemand van 25 tot 55 jaar verdient bijna twee derde bij uit een betaalde baan of uit verbreding. Ruim een kwart hiervan komt overigens alleen voor rekening van de partner. Boeren ouder dan 55 jaar en hun partners hebben minder vaak inkomsten naast het agrarisch bedrijf. Zij zijn meestal wat lager opgeleid waardoor hun kansen op een bijbaan kleiner zijn.
Categorie:
Tag(s):