Hun waterstof-brandstofcelaangedreven raceauto nam het op tegen zo’n honderd auto’s met verbrandingsmotor. Midden in een deelnemersveld met oorverdovend uitlaatgeluid maakte de duurzame en fluisterstille Delftse wagen een voorspoedig debuut.
Het team van de TU Delft bouwt en racet al enige jaren waterstof-aangedreven racewagens. Voorheen racete het team in een aparte raceklasse. Nieuw is dat het team de gedurfde stap heeft genomen om hun raceauto, de Forze V, in te schrijven in een racecompetitie met voertuigen die gebruikmaken van verbrandingsmotoren en fossiele brandstoffen.
Tijdens de Formula Student-wedstrijd streden dit jaar studententeams van 132 universiteiten uit alle delen van de wereld met hun zelf ontworpen racewagens. De wedstrijd vond in het weekend van 14 en 15 juli plaats op het Engelse Silverstone circuit. Het merendeel van de auto’s maakt gebruik van verbrandingsmotoren en fossiele brandstoffen. Ook het gebruik van elektrische voertuigen met accu’s is de afgelopen jaren toegenomen.
De Delftse inzending is de enige en eerste formule-raceauto op waterstof ooit. De auto heeft een brandstofcel waarin waterstof en zuurstof reageren. Hiermee wordt stroom opgewekt om de elektromotoren aan te drijven. Het enige uitlaatproduct is water.
Vorig jaar reisde het team ook al af naar het Silverstone-circuit maar kon er vanwege technische problemen niet gereden worden. Afgelopen zaterdag werd de doelstelling van het team wel gehaald en kon er geracet worden tegen de andere auto’s. Het debuut van de brandstofceltechnologie leverde het team in de sprintrace een gedeelde 29e klassering op. Omdat brandstofceltechnologie pas debuteert is het team zeer tevreden met deze plaats in de voorhoede.
Formula Student jurylid Alistair Wardrope legt uit: “Het ontwikkelen van een waterstof-brandstofcelauto en daarmee vervolgens vele benzine auto’s te verslaan is iets dat mij, na zes jaar ervaring in de waterstof- en brandstofcelindustrie, extreem imponeert.”
Het jurylid noemt het een mijlpaal waar de Delftse studenten best trots op mogen zijn. “Verbrandingsmotoren hebben al meer dan honderd jaar ontwikkeling achter de rug. De betekenis van de prestatie ligt in het feit dat de Delftenaren een gloednieuwe technologie hebben ingezet tegen bewezen technologie.”
De Forze V gebruikt een brandstofcel om elektriciteit op te wekken om twee elektromotoren aan te drijven. De brandstofcel levert 18 kW, ongeveer 24 pk. Bovendien gebruikt de auto de elektromotoren om te remmen. Daarbij wordt energie teruggewonnen en opgeslagen in supercondensatoren. Hiermee kan de auto een tijdelijk piekvermogen leveren van 60 kW, ofwel 80 pk. De auto haalt 120 km/u en accelereert in minder dan 5 seconden naar 100 km/u.
Met een volle tank (slechts 600 gram waterstofgas) kan de auto bijna een uur lang op volle snelheid racen. Hierbij komt er ruim 3 liter zuiver water uit de uitlaat. Vanwege de goede actieradius en het feit dat de auto in enkele minuten getankt kan worden ziet het team brandstofcellen als de lange-termijnoplossing voor duurzaam vervoer.
Het Delftse Forze-team bestaat uit ruim 60 studenten van de TU Delft. Het team wil laten zien dat deze technologie een serieus alternatief is voor fossiele brandstoffen. De studenten bouwen sinds 2007 ieder jaar een nieuwe brandstofcel auto.
Dit jaar heeft het team de technologie kleiner en lichter weten te maken en is besloten dat de tijd rijp is om het op te nemen tegen fossiele brandstoffen. De brandstofcel in de auto is door de studenten geheel zelf ontwikkeld.
www.forze-delft.nl
De Formula Student-competitie is een internationale jaarlijkse ontwerpwedstrijd waarin studententeams met formule-auto’s de strijd aangaan. Formule auto’s zijn open raceauto’s waarbij de wielen onbedekt zijn. De auto’s worden in de Formula Student-competitie beoordeeld op het ontwerp.
Voordat de auto’s kunnen racen wordt er een uitgebreide veiligheidskeuring uitgevoerd. Zo worden de auto’s bijvoorbeeld lange tijd natgespoten om te controleren of ze voldoende elektrisch geïsoleerd en waterdicht zijn. Nadat de keuring is voltooid racen de auto’s tegen elkaar.