woensdag, 2. mei 2012 - 17:18

Voetballeuzen tegen Joden in principe strafbaar

Den Haag

Het Openbaar Ministerie hoeft de voetbalclub ADO Den Haag en één van de voetbalspelers niet te vervolgen wegens belediging en aanzetten tot discriminatie en haat, omdat deze speler al tuchtrechtelijk zwaar is gestraft en spijt heeft betuigd.

Dat heeft het Haagse gerechtshof bepaald in een art. 12 sv procedure die aangespannen was door Federatief Joods Nederland. De betreffende speler had na een gewonnen voetbalwedstrijd anti-Ajax leuzen met voor Joden beledigende teksten geuit. Het uiten van deze leuzen kan volgens het hof onder omstandigheden echter wel strafbaar zijn.

Nadat op 20 maart 2011 ADO Den Haag een voetbalwedstrijd van Ajax had gewonnen, riepen supporters tijdens een feest in het supportershome van ADO Den Haag leuzen tegen Joden. Eén van de voetbalspelers nam, staand op een verhoging en gebruikmakend van een microfoon, deel aan het scanderen van de leuzen. Hiervan zijn beelden op YouTube geplaatst.

Het Haagse hof is van oordeel dat de gebezigde uitlatingen een strafbaar feit kunnen opleveren, maar dat deze telkens beoordeeld moeten worden naar de omstandigheden waarin ze gedaan zijn. Het hof acht het aannemelijk dat de voetbalspeler niet de intentie had om Joden te beledigen of aan te zetten tot haat tegen het Joodse volk. Dit is echter niet doorslaggevend voor de beoordeling, omdat hij zich ervan bewust had moeten zijn dat dit door anderen wel zo opgevat had kunnen worden en zijn optreden als sterspeler door supporters als aanmoedigend zou worden ervaren.

Het hof heeft in de beoordeling meegewogen dat de voetbalspeler publiekelijk spijt heeft betuigd en dat tegen hem strafmaatregelen zijn getroffen door zijn werkgever en de KNVB. Betrokkene heeft een boete van een maandsalaris en vier wedstrijdpremies en daarnaast een schorsing voor vijf wedstrijden, waar van één voorwaardelijk, opgelegd gekregen. Daarnaast moet hij van zijn werkgever in het kader van een leerstraf op scholen voorlichting geven over pesten en discriminatie.

Het hof is van oordeel dat gelet op de omstandigheden en de strafmaatregelen die al tegen de voetbalspeler zijn genomen in deze zaak geen opdracht tot strafvervolging gegeven hoeft te worden.
Provincie:
Tag(s):