dinsdag, 7. februari 2012 - 14:01

Vrijspraak voor rol in dodelijk klimongeval

Den Haag

De Hoge Raad heeft dinsdag sportklimmer Jeroen van 't H. vrijgesproken van het veroorzaken van een ongeval waarbij een 39-jarige vrouw om het leven kwam.

Volgens de Hoge Raad kan de verdachte geen grove schuld worden verweten aan de dood van zijn klimpartner, die bij een ongeval in een Amsterdamse klimhal om het leven is gekomen.

Grove schuld
De verdachte zekert op 13 mei 2008 zijn vrouwelijke klimpartner - met wie hij al zes jaar wekelijks klimt – in de Amsterdamse klimhal 'Tussen hemel en aarde'. In de route naast die van de verdachte en zijn klimpartner, klimt de vriendin van de verdachte, gezekerd door háár klimpartner.

Terwijl de klimpartner van de verdachte aan het klimmen is, komt de vriendin van de verdachte langs het zekeringstouw in de naastgelegen route naar beneden. Als zijn vriendin op de grond staat, praat de verdachte met haar en haar klimpartner. Op dat moment maakt hij de zekering van het touw waarmee hij zíjn klimpartner zekert los. Naar eigen zeggen omdat hij het veilig afdalen van zijn vriendin in de baan naast hem onbewust heeft verbonden met zijn eigen handelen.

Het losmaken van de zekering heeft als gevolg dat zijn klimpartner uit de 12 meter hoge klimwand naar beneden stort. Zij overlijdt aan de bloedingen die het gevolg zijn van haar val. Volgens het openbaar ministerie kan de verdachte grove schuld aan de dood van het slachtoffer worden verweten.

Geautomatiseerd handelen
Het hof Amsterdam heeft de verdachte op 19 februari 2010 vrijgesproken van dood door schuld. Het openbaar ministerie heeft cassatieberoep ingesteld bij de Hoge Raad.
Provincie:
Tag(s):