donderdag, 3. oktober 2013 - 10:32 Update: 03-07-2014 0:51

Jeugdgroepen van Toen: een opstap naar een criminele carrière

Foto van arrestatie | Archief EHF
Foto: Archief EHF
Apeldoorn

Een flink aantal leden van zwaardere criminele jeugdgroepen is op latere leeftijd betrokken bij de middelzware en zware criminaliteit, zo blijkt uit een onderzoek van Bureau Beke in samenwerking met Bureau Lokale Zaken.

In het onderzoek is gekeken wat er gebeurd is met leden van drie criminele jeugdgroepen die reeds actief waren aan het einde van de jaren 90. Duidelijk wordt hoe de leden zich ontwikkelden in een omgeving waarbij criminele families een rol spelen en oudere groepsleden de jonge garde 'adviseren' over het vak. Sommigen bouwden vervolgens zelfs een carrière op in de georganiseerde, zware criminaliteit. Intimiderend en gewelddadig groepsgedrag zou daarom volgens de onderzoekers al in een vroeg stadium aangepakt moeten worden.

Lessen trekken

Het boek gaat over de leden van drie criminele jeugdgroepen die aan het einde van de vorige eeuw zowel lokaal als landelijk zeer negatief in de spotlights stonden. Straatterreur, wapengeweld, handel in verdovende middelen, intimidatie, bedreiging, overvallen en inbraken stonden namelijk op het repertoire van deze groepen. Centrale vraag in het onderzoek is hoe het de 89 leden van deze criminele jeugdgroepen is vergaan als twintiger of dertiger. Nagegaan werd wat er van deze jongens terecht is gekomen en welke lessen we kunnen trekken uit het verleden als het gaat om de aanpak van morgen.

Zijn ze gestopt met criminele activiteiten of zijn ze crimineel gebleven? Indien dit laatste het geval is, in welke mate, om welke delicten gaat het, en in welke sociale setting worden de delicten gepleegd? In dit casusonderzoek wordt systeeminformatie uit de politieregistraties en dossiers gecombineerd met de straatinformatie van wijkagenten en andere deskundigen binnen politie, gemeente, jongerenwerk en het openbaar ministerie. Wanneer we voor de leden van de drie groepen de balans opmaken, is de conclusie niet positief. Het leeuwendeel van de jongens is medio 2012 nog steeds crimineel actief. Van de 89 jongens zijn er anno 2012 op basis van politie-informatie maar liefst 60 (68%) nog steeds te typeren als kleine (33%) of (zeer) grote (35%) criminelen. 

Vroeg stadium aanpakken

Een belangrijke les is om intimiderend en gewelddadig groepsgedrag al in een vroeg stadium aan te pakken en niet als 'simpel kwajongensgedrag' weg te wuiven. Verder is het belangrijk om bij een aanpak ook de sociale (soms criminele) omgeving te betrekken en niet alleen te kijken naar individuele jongeren of de jeugdgroep. Bekeken moeten worden waar de omgeving de criminaliteit van de jongere(n) versterkt of waar die omgeving juist de criminaliteit afremt. Met dit casusonderzoek is er meer real life kennis over stoppen of doorgaan - desistance of persistance - met een criminele carrière voorhanden. Dat levert aangrijpingspunten op voor een (meer) effecieve aanpak.

Provincie:
Blik op 112: