maandag, 23. september 2013 - 9:03 Update: 03-07-2014 0:51

Masterstudenten hoeven in 2014 nog niet te lenen

Foto van geld | Archief FBF.nl
Foto: Archief FBF.nl
Den Haag

Ook voor masterstudenten moet de invoering van het leenstelsel pas in 2015 beginnen.

Nu geldt alleen nog voor bachelorstudenten dat zij pas in 2015 hoeven te gaan lenen voor hun studie. GroenLinks,  nodig voor een meerderheid in de Eerste Kamer, wil dit nu dus ook voor masterstudenten. Dit schrijft de Volkskrant maandag. Voor de zomer kwam minister van Onderwijs Jet Bussemaker al met het plan om het leenstelsel voor bachelors pas in 2015 te gaan invoeren, want Bussemaker wil studenten meer tijd geven om aan het idee te wennen. 

Om het voorstel van het leenstelsel er in de Eerste Kamer door te krijgen wil Bussemaker graag de steun van GroenLInks (GL) en D66. Deze oppositiepartijen zijn wel voor het leenstelsel, maar stellen wel een aantal voorwaarden, zo meldt de krant. Van Ojik (GL) en Pechtold (D66) hadden hierover verschillende gesprekken met Bussemaker, maar kwamen niet nader tot elkaar. Van Ojik in de krant: 'We zien geen enkele beweging bij het kabinet. In de Miljoenennota wordt geen geld uitgetrokken voor een lager collegegeld of voor kleinere collegegroepen, terwijl wij daar keer op keer om hebben gevraagd. Dan komt het moment dat we zeggen: we moeten studenten niet langer in onzekerheid laten.' Van Ojik ziet wel voordelen aan het uitstel van het leenstelsel: 'Nu heeft het kabinet een jaar langer om duidelijk te maken waarom het nodig is dat studenten geld gaan lenen. Bovendien kan Jet Bussemaker de tijd gebruiken om geld te zoeken voor het onderwijs.' Bussemaker is blij dat GroenLinks positief staat tegenover het leenstelsel: 'Ik ben verheugd dat Van Ojik nu zegt: dat sociaal leenstelsel moet er komen. Maar elk jaar uitstel betekent dat de investeringen ook een jaar later komen.'

Studenten krijgen nu nog een beurs. Studenten op kamers krijgen 272 euro per maand, wie bij zijn ouders woont 98 euro. Dat geld moeten studenten gaan lenen, vindt het kabinet.