Het Hof heeft het OM niet gevolgd in de stelling dat de vereniging Martijn niet-ontvankelijk is in hoger beroep nu zij gelet op de uitspraak van de Rechtbank in Assen van 27 juni 2012 niet meer bestond.
Met het OM is het Hof van mening is dat de vereniging de gevaren van seksueel contact met jonge kinderen bagatelliseert, dergelijke contacten goedpraat en ze zelfs verheerlijkt. En net als het OM vindt het Hof dat dit een ernstige aantasting van de lichamelijke en seksuele integriteit van het kind betekent. Anders dan het OM vindt het Hof dat deze aantasting niet gelijk te stellen is met een ontwrichting van de samenleving; de samenleving wordt weerbaar en flexibel genoeg geacht om hiermee om te gaan.
Het OM is het met deze laatste overweging niet eens en meent dat een dergelijke aantasting wel degelijk ontwrichtend voor de samenleving is of kán zijn. En dat is van belang voor de vraag of een vereniging verboden kan worden verklaard en ontbonden.