De straf is aanzienlijk hoger dan de 240 uur taakstraf, 4 maanden voorwaardelijke celstraf en drie jaar rijontzegging met een proeftijd van twee jaar die het Openbaar Ministerie (OM) vorige week had geëist.
Nadat het OM deze strafeis vorige week had uitgesproken ontstond er een vechtpartij in de rechtzaal tussen de ouders en de verdachte.
Van de 9 maanden celstraf zijn er 2 voorwaardelijk met een proeftijd van zes jaar. Ook krijgt de 21-jarige verdachte een rijontzegging van 4 jaar. Donnie's overlijden heeft diepe sporen nagelaten in het leven van zijn familie en vrienden. De rechtbank realiseert zich dat een straf in welke vorm dan ook niet kan opwegen tegen het geleden verlies.
De rechtbank heeft geoordeeld dat sprake is van een grotere mate van schuld dan waarvan de officier van justitie is uitgegaan. Voor het veroorzaken van een verkeersongeval ten gevolge van een grove verkeersovertreding legt de rechtbank zes maanden gevangenisstraf op. Voor het verlaten van de plaats van het ongeval telt de rechtbank daar nog één maand bij op. Om herhaling van zijn rijgedrag te voorkomen, legt de rechtbank daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden op. De man krijgt na vier jaar zijn rijbewijs terug, maar de proeftijd voor de voorwaardelijke straf loopt nog twee jaar langer door. Hiermee hoopt de rechtbank zijn rijgedrag positief te beïnvloeden,
Te hoge snelheid
Het gedrag van de man is zeer laakbaar naar het oordeel van de rechtbank. De man had op 9 juli 2012 een veel te hoge snelheid toen hij in Den Haag Donnie aanreed met zijn auto. Na de aanrijding heeft de bestuurder zich in de auto omgedraaid en de jongen op het trottoir zien liggen. Hij zag ook de fiets van het slachtoffer op de weg. Dat de man vervolgens is doorgereden, vindt de rechtbank onbegrijpelijk.
De rechtbank heeft begrip voor de emoties die bij nabestaanden aanwezig zijn. Het in strafrechtelijke zin oordelen over de schuld aan het ongeval en het bepalen van een passende straf is echter uitsluitend aan de rechter voorbehouden.
Het belagen en bedreigen van de verdachte en zijn raadsvrouw tijdens de zitting van maandag 22 juli jl. beoordeelt de rechtbank als het zelf willen vergelden van leed dat is aangedaan. Het recht in eigen handen nemen, is zowel wettelijk als maatschappelijk onaanvaardbaar. De rechtbank betreurt deze gang van zaken zeer, maar heeft het gebeuren bij de beoordeling van de zaak op geen enkele wijze laten meewegen.