dinsdag, 3. september 2013 - 18:05 Update: 03-07-2014 0:52

Reddingsbrigade: schoolslag of borstcrawl is verkeerde discussie

Reddingsbrigade: schoolslag of borstcrawl is verkeerde discussie
IJmuiden

Reddingsbrigade Nederland vindt de discussie tussen de KNZB en het Nationaal Platform Zwembaden over de gewenste beginslag bij zwemdiploma’s de verkeerde discussie.

'Van veel groter belang is de vraag hoe we ervoor gaan zorgen dat iedereen in Nederland weer kan en gaat leren zwemmen', laat de Reddingsbrigade dinsdag weten.

Het explosief gestegen aantal dodelijke zwemongevallen dit jaar (14 tot nu toe), het hoge aantal van 341 reddingen uit een levensbedreigende situatie en de honderden overige hulpverleningen aan zwemmers die deze zomer in de problemen kwamen vragen om een nieuwe visie op onze zwemcultuur. Directeur Raymond van Mourik neemt daartoe het initiatief met de ‘Nationale Zwembeweging’. Die moet alle betrokken partijen juist verbinden in de ‘leukste noodzaak van Nederland’: kunnen zwemmen.

De Reddingsbrigade signaleert op basis van haar ongevalcijfers al jaren een trend dat de zwemvaardigheid van kinderen en langzaam maar zeker van de Nederlandse bevolking achteruit gaat. In augustus bleek uit onderzoek van het Mulier Instituut dat die trends ook onderbouwd worden door cijfers over afnemende aantallen kinderen die een diploma halen, steeds minder scholen die schoolzwemmen aanbieden en minder Nederlanders die regelmatig zwemmen. In Europees verband zijn dezelfde trends zichtbaar, vaak al met vele grotere aantallen dodelijke ongevallen tot gevolg.

Van Mourik: “Wij krijgen daarmee een kijkje in onze toekomst als we nu niets doen. In een waterland als Nederland was en is zwemveiligheid de belangrijkste reden om kinderen te leren zwemmen. Dat is al op jonge leeftijd van belang, want dan gebeuren de meeste ongelukken. Jezelf kunnen redden heeft daarmee de hoogste prioriteit. Helaas zijn er groeiende groepen kinderen die door het wegbezuinigen van het schoolzwemmen en zwembaden, financiële problemen thuis en steeds minder bekendheid bij ouders met de risico’s van water, niet of nauwelijks leren zwemmen. Dat heeft niets met eerst schoolslag of borstcrawl aanleren te maken, maar met een afbrokkelende zwemcultuur. Als zwembranche hebben we maar één echte prioriteit en dat is samen met gemeenten, ouders, scholen en rijksoverheid ervoor zorgen dat iedereen weer kan en wil leren zwemmen, bij voorkeur op jonge leeftijd.” 

Volgens van Mourik bieden uiteenlopende diploma’s voor elementair zwemmen geen bijdrage aan de oplossing voor het kernprobleem, maar zorgt het wel voor onduidelijkheid bij ouders en bemoeilijkt het een collectieve aanpak. Nederland heeft met het Zwem ABC een internationaal zeer hoog gewaardeerd elementair zwemsysteem, waaraan uitvoerig onderzoek ten grondslag ligt.

Dat is primair wel gericht op zwemveiligheid, maar dat heeft in ons land ook de hoogste urgentie, juist op jonge leeftijd. In sommige andere landen is die urgentie er niet en wordt zwemmen primair als sportkeuze aangeboden. Dan is het niet vreemd als er een andere lesmethode wordt gehanteerd met een andere focus. 


Het verbeteren van de zwemcultuur vraagt juist om een gemeenschappelijke visie om veel fundamentelere vragen te beantwoorden waar we iedereen in de branche bij nodig zullen hebben. 'Ik hoop dat met de ‘Nationale Zwembeweging’ letterlijk in beweging te krijgen', aldus van Mourik.

Met een eenvoudige missie ‘Iedereen in Nederland kan zwemmen’ en een gemeenschappelijke aanpak hoopt hij zoveel mogelijk organisaties te verbinden om de ‘leukste noodzaak van Nederland’, kunnen zwemmen, weer tot gemeengoed in ons waterland te maken.