De minister heeft eind 2012 de garantie gegeven dat uitlevering alleen kan plaatsvinden als K. ook in de VS voor zijn psychiatrische aandoening behandeld wordt met dezelfde behandeling die hij in Nederland onderging ('EMDR-behandeling'). Deze garantie werd in een eerder kort geding herhaald door de Nederlandse staat. De staat wil echter op die toezegging terugkomen, omdat de VS voortzetting van deze specifieke behandeling niet wil toezeggen.
K. eiste in een eerder kort geding een geheel verbod op uitlevering. De rechter heeft dat verzoek op 23 februari 2013 afgewezen. Dat de voorzieningenrechter nu toch de uitlevering verbiedt, heeft als reden dat de VS op dit moment de gegarandeerde en benodigde traumatherapie niet aanbiedt.