Slachtoffers tevreden met bescheiden schadevergoeding

Jaarlijks proberen vele duizenden slachtoffers een vergoeding te krijgen voor de schade die zij oplopen na een geweldsmisdrijf. Te denken valt aan de zaken tegen Robert M. en zwemleraar Benno L. waarin ouders van misbruikte kinderen een financiële vergoeding eisten. Er is zeer weinig bekend over het effect van geld in dit soort situaties. Voelen slachtoffers zich beter na het ontvangen van een geldbedrag? Of is geen enkel bedrag ooit goed genoeg? Om meer te weten te komen over de waarde van een financiële vergoeding heeft José Mulder onderzoek gedaan bij het Schadefonds Geweldsmisdrijven. Dit overheidsfonds biedt slachtoffers een financiële tegemoetkoming indien zij niet bij de dader of een andere instantie terecht kunnen. Het fonds biedt relatief bescheiden bedragen: gemiddeld keert het 1000 euro aan materiele schade uit en 2000 euro aan immateriële schade. Het onderzoek van Mulder laat zien dat slachtoffers in ruime mate tevreden zijn met de vergoeding die zij krijgen. Bovendien blijken ze symbolische waarde aan het geld te ontlenen: slachtoffers voelen zich erkend en ervaren een gevoel van gerechtigheid. Opmerkelijk genoeg hebben deze effecten niets te maken met de hoogte van het ontvangen bedrag. Een tijdige afhandeling en persoonlijk contact zijn bepalend voor de tevredenheid van slachtoffers en het wel of niet ervaren van symbolische waarde. Niet het financiële bedrag an sich is dus van belang , maar de manier waarop slachtoffers het geld ontvangen.