Toch nog veel illegale houtproducten in de winkels

Consumenten lopen nog steeds het risico illegale houtproducten te kopen, ook al is het sinds een half jaar strafbaar om illegaal hout op de markt te brengen. In vloerenwinkels ligt nog veel verdacht hout. Dat blijkt uit winkelinspecties van Greenpeace bij 19 consumentenbedrijven. Greenpeace roept de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, die deze wet moet handhaven, op om de vloerensector in Nederland te onderwerpen aan strenge controles. Om illegale houtkap en de daarmee gepaarde criminele handel aan banden te leggen, trad op 3 maart 2013 de Europese houtverordening (EUTR) in werking. Sindsdien is het in de EU verboden om illegaal gekapt hout en houtproducten op de markt te brengen. Houtimporterende bedrijven hebben de verplichting om aan te tonen dat hun producten niet van illegaal gekapte bomen komen. De resultaten van het bedrijvenonderzoek zijn vandaag gepresenteerd in het Vara-radioprogramma ‘Vroege Vogels’. Greenpeace constateert dat grotere bedrijven als Jongeneel en bouwmarkten als Bouwmaat en Gamma hun inkopen hebben aangepast. Deze bedrijven lieten bewijzen zien dat zij bijvoorbeeld houtproducten uit China of Indonesië, waarbij de legaliteit niet te achterhalen was, uit het assortiment hebben gehaald. Bij vloerbedrijven liggen nog wel veel houtsoorten in de schappen met een hoog risico op illegale houtkap, zoals wengé en merbau. Van beide houtsoorten is bekend dat zonder controles door een onafhankelijke derde partij de herkomst en legaliteit nauwelijks is te achterhalen. De vloerbedrijven waren ook zeer gesloten over hun bedrijfsvoering. Van de negen vloerbedrijven weigerden er vier mee te werken aan het onderzoek, drie gaven gebrekkige informatie. Bossendeskundige Danielle van Oijen vindt de houding van de vloerbedrijven onbegrijpelijk: ‘Met de aankoop van een houten vloer wil je niet het risico lopen de portemonnee van criminelen te spekken en bij te dragen aan ontbossing. Deze wet is er om te garanderen dat dat niet gebeurt. Maar vloerbedrijven nemen de wet niet serieus.’