dinsdag, 1. juli 2014 - 9:50 Update: 03-07-2014 0:33

Brandstichting vaak uit wraak of woede

Brandstichting vaak uit wraak of woede
Brandstichting vaak uit wraak of woede
Amsterdam

De meeste brandstichtingen blijken uit onderzoek vaak plaats te vinden uit wraak of woede.

Onderzoekers van de Universiteit Utrecht hebben 100 strafzaken van brandstichters geanalyseerd, een uitvoerig literatuuronderzoek verricht en diverse deskundigen uit de recherche-, strafproces- en hulpverleningspraktijk geïnterviewd.

Dader vaak met psychische problemen

Het blijkt uit zowel Nederlands als buitenlands onderzoek dat wraak en woede zeer belangrijke motieven zijn om brand te stichten. Zij die brand stichten kampen vaak met psychische problemen. De meeste brandstichters hebben in het verleden wel eens contact gehad met de hulpverlening. De diagnose pyromanie wordt echter, anders dan de media ons nogal eens willen doen geloven, uiterst zelden gesteld. Problemen in de sfeer van beperkte sociale vaardigheden worden onder brandstichters wel vaak geconstateerd.

Wanneer de beschikbare gegevens met elkaar worden gecombineerd en vergeleken, komen er vijf typen brandstichtingen uit naar voren: de brandstichting door vandalen, de gestoorde brandstichting, de brandstichting als een relatiedelict, de opportunistische brandstichting en de brandstichting uit verlangen naar vuur of brand. Het zijn vijf uiteenlopende categorieën die elk een eigen aanpak in de opsporing, het strafproces, de hulpverlening, de nazorg en de preventie vergen.

Altijd brandonderzoek 

De gevonden resultaten kunnen bijdragen aan het tactisch opsporingsonderzoek doordat, op basis van kenmerken van de plaats delict en de brandstichting zelf, aanknopingspunten met betrekking tot het type dader kunnen worden gevonden. Op basis van hun bevindingen concluderen de onderzoekers dat het onverkort aanbeveling verdient dat bij branden waarvan de oorzaak onbekend is, altijd brandonderzoek wordt uitgevoerd. Zij stellen bovendien dat de onderlinge samenwerking tussen brandonderzoekers van politie en brandweer beter op elkaar kan worden afgestemd, zodat men meer van elkaars kennis kan profiteren. Niet in de laatste plaats stellen zij dat zaken van brandstichting meer aandacht en capaciteit verdienen, aangezien nu te weinig op met name eenmalige brandstichtingen wordt doorgerechercheerd.