dinsdag, 9. september 2014 - 19:43

Compensatie voor (oud) agenten met posttraumatische stresstoornis

Compensatie voor (oud) agenten met posttraumatische stresstoornis
Foto: Archief EHF
Den Haag

In het Centraal Georganiseerd Overleg binnen de politie is overeenstemming bereikt over de Coulanceregeling PTSS.

De verjaringstermijn van vijf jaar wordt tijdelijk verruimd en (oud-)medewerkers met PTSS maken aanspraak op een forfaitaire compensatie voor medische kosten en de geleden immateriële schade.

Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie, de korpsleiding en de politievakorganisaties bereikten in het CGOP van 4 september overeenstemming over de Coulanceregeling PTSS. Dat beleid bepaalt de wijze waarop wordt omgegaan met de vergoeding van rechtspositionele aanspraken van (voormalige) politiemensen die door hun werk posttraumatische stresstoornis (PTSS) opliepen.

PTSS opgelopen tussen 1984 en 1997
Voor (oud-)medewerkers die tussen 1984 en 1997 PTSS kregen geldt: 
-  dat er geen beroep op verjaring is. 
-  een tegemoetkoming voor medische kosten van 2250 euro netto. 
-  een forfaitaire compensatie voor immateriële schade à 20.000 euro netto, met finale kwijting door de politieambtenaar voor wat betreft de medische kosten en de immateriële schade, indien er PTSS is gediagnosticeerd en arbeidgerelateerdheid is vastgesteld.

Met forfaitaire compensatie wordt een vast bedrag bedoeld. Om voor deze compensatie in aanmerking te komen, moet de (oud-)medewerker met PTSS uit de periode 1984-97 aan voorwaarden voldoen en aantonen dat PTSS tot blijvende invaliditeit heeft geleid. Herkeuring of een aanvullende keuring zijn in dat geval niet nodig, omdat het om een vast, forfaitair bedrag gaat.

PTSS opgelopen na 1997
Voor wie na 1997 PTSS heeft opgelopen geldt: 
-  eveneens geen beroep op verjaring. 
-  een tegemoetkoming in de medische kosten van 2250 euro netto met finale kwijting voor wat betreft deze kosten. Wie na 2007 PTTS heeft opgelopen, kan de daadwerkelijke medische kosten declareren. Zijn er geen bewijsstukken meer voor handen, dan geldt eveneens het bedrag van 2250 euro. Vanaf 2015 zal de vergoeding van de medische kosten conform artikel 54 van het BARP gelden. 
-  een compensatie van immateriële schade door een vergoeding analoog aan artikel 54a BARP, regeling dienstongevallen. Hiervoor komt op termijn een definitieve regeling. Het percentage van de invaliditeit of arbeidsongeschiktheid bepaalt de hoogte van de compensatie die maximaal 150.000 euro bedraagt. Bij blijvende invaliditeit, die leidt tot arbeidsongeschiktheid, geldt het hoogste percentage. Beoordeling vindt plaats op basis van de medische eindsituatie.

Verruiming
Het korps neemt bij gebeurtenissen vanaf 1 januari 1984 de aanvraag voor vergoeding in behandeling. Iemands aanspraak wordt dus tot en met 31 december 2014 niet meer afgewezen met een beroep op de vijfjarige verjaringstermijn. Daarmee verruimt de minister de gangbare verjaringstermijn in sterke mate.

Provincie:
Blik op 112: