zaterdag, 25. januari 2014 - 17:08 Update: 03-07-2014 0:43

Fabriek AkzoNobel Deventer sluit eind 2016 definitief

foto van AkzoNobel | fbf
Foto: fbf
Deventer

De sluiting van AkzoNobel in Deventer gaat definitief door. Dit heeft AkzoNobel bekendgemaakt.

'De afbouw van de productie van organische peroxiden in Deventer gaat in fasen tot eind 2016 door', aldus AkzoNobel.

Ook na zorgvuldige bestudering en bespreking van het negatieve advies van de Ondernemingsraad blijft AkzoNobel van mening dat stoppen met de productie in Deventer een pijnlijke maar juiste en noodzakelijke beslissing is. Het business plan is een realistische weergave waarin de risico’s en de kansen evenwichtig zijn afgewogen. De door de OR voorgestelde alternatieven bleken op termijn niet voldoende bij te dragen aan de noodzakelijke efficiëntie en effectiviteit.

Discussie over sociaal plan
De aangekondigde afbouw van de productie in Deventer heeft tot enkele stakingsacties geleid die waren gericht tegen de sluiting en het aangeboden sociaal plan. Met dit definitieve besluit is er meer duidelijkheid voor de medewerkers. AkzoNobel acht het nu van groot belang om ook zo snel mogelijk overeenstemming te bereiken over het sociaal plan. De onderneming heeft intensief overlegd met de vakorganisaties en het aangeboden sociaal plan uitgebreid om aan de belangrijkste bezwaren tegemoet te komen en ook op dit terrein duidelijkheid te kunnen bieden.

Innovatie én kostleiderschap
AkzoNobel is een wereldmarktleider in de productie van organische peroxiden, een hulpstof voor de productie van kunststoffen. Voortdurende innovatie en kostleiderschap vormen daar de basis onder. De tot nu toe succesvolle strategie van innovatie en margeverbetering blijkt echter in Europa niet meer voldoende te werken vanwege stagnerende groei in de regio, overcapaciteit en toenemende concurrentie. Om succesvol te kunnen blijven, moeten de vaste kosten structureel omlaag.

De wereldwijde vraag naar organische peroxiden verschuift steeds meer van de volwassen markten in Europa naar Azië en Noord-Amerika. Om deze markten optimaal te bedienen blijft AkzoNobel actief op productielocaties in Noord Amerika, Azië en Europa. In het stagnerende Europa bevinden zich momenteel twee grote productielocaties, in Mons en Deventer. De omvang en de groeiverwachtingen van de markt bieden echter slechts ruimte voor één. Daarom is het ingrijpende voorstel uitgewerkt om de activiteiten in Europa te concentreren.

Mons heeft de ruimte
De locaties Deventer en Mons (België) zijn vergelijkbaar als het gaat om hun prestaties. Deventer heeft echter kleinere installaties, die eenvoudiger kunnen worden verplaatst. De Deventer fabriek ligt ook dichter bij de bebouwing, wat mogelijk in de verdere toekomst tot beperkingen kan leiden. Mons heeft meer ruimte voor toekomstige uitbreidingen, beschikt nu al over ruimere opslagcapaciteit en vraagt minder investeringen voor de vernieuwing van procesregelingen.

De toekomst van Deventer als R&D-locatie is overigens door het vertrek van de productie niet in het geding: RD&I is een krachtige, autonome organisatie die nauwelijks afhankelijk is van het productie-gedeelte van de locatie Deventer.