dinsdag, 23. september 2014 - 9:01 Update: 23-09-2014 10:47

Leefomstandigheden migrantenkinderen zorgelijk

Leefomstandigheden migrantenkinderen in Nederland zorgelijk
Foto: fbf
Den Haag

Asscher: Onderzoek naar situatie migrantenkinderen

Er komt een uitgebreid onderzoek naar de leefsituatie van Poolse, Bulgaarse en Roemeense kinderen in Nederland.

​Ook gaan de Nederlandse ambassades in Polen, Bulgarije en Roemenië meer voorlichting geven aan ouders over de gevolgen van een verhuizing naar Nederland. Aanleiding is een verkenning van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) waarin zorgen worden geuit over de leefomstandigheden van een deel van deze kinderen in ons land. Minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) schrijft dat vandaag in een brief aan de Tweede Kamer.

Het SCP deed dit verkennende onderzoek op verzoek van de minister. Het laat zien dat een deel van de Poolse, Bulgaarse en Roemeense kinderen te maken heeft met slechte woon– en leefomstandigheden en een gebrekkige beheersing van de Nederlandse taal. In sommige situaties leidt dit tot ontwortelde en onthechte pubers die spijbelen of voortijdig school verlaten.

Het SCP concludeert dat de situatie niet zo ernstig is dat acuut ingrijpen nodig is. Uit de verkenning blijkt dat veel migrantenkinderen taalachterstanden makkelijk inhalen en dat zij het goed doen op school. Ook de fysieke gezondheid van de kinderen is over het algemeen goed.

Asscher wil  bekijken hoe de situatie voor migrantenkinderen die het moeilijk hebben verbeterd kan worden. Zo gaat hij met zijn collega-minister van OCW na hoe het onderwijs voor nieuwkomers versterkt kan worden. Ook wordt in samenwerking met de gemeente Rotterdam bekeken hoe de situatie van niet-geregistreerde migrantenkinderen beter in beeld  gebracht kan worden.

Het verdiepende onderzoek dat Asscher laat uitvoeren door het SCP is onder meer bedoeld om zicht te krijgen op de omvang van de groep Poolse, Bulgaarse en Roemeense kinderen waar het niet goed mee gaat. Ook moet het inzicht bieden in de verschillen tussen de groepen en de knelpunten in de doorstroom naar vervolgonderwijs zichtbaar maken. De minister verwacht de uitkomsten van het onderzoek aan het eind van volgend jaar aan de Tweede Kamer te sturen.