vrijdag, 14. maart 2014 - 16:30 Update: 03-07-2014 0:40

Medicijnen tekort tegen kanker, diabetes, Parkinson en infectieziekten

Archieffoto van medicijnen pillen in doorsrukstrips | Archief EHF
Foto: Archief EHF
Den Haag

In 2013 is het aantal geneesmiddelentekorten gestegen naar 426 gevallen. Dit blijkt uit recente gegevens van KNMP Farmanco.

'Vorig jaar stond de teller nog op ruim 300 niet-beschikbare geneesmiddelen', aldus KNMP. Met deze stijging neemt helaas ook het ‘kunst en vliegwerk’ van apothekers toe voor het opvangen van de geneesmiddeltekorten.

Oorzaken beschikbaarheidsproblemen
In 2012 luidde de KNMP al de noodklok over de toenemende beschikbaarheidsproblemen in de apotheek. Sinds die tijd ondervindt de patiënt steeds vaker dat een geneesmiddel niet beschikbaar is. De groei van tijdelijke tekorten komt vooral door productieproblemen. Economische ontwikkelingen en een verhoogde vraag naar het product zijn andere oorzaken van de beschikbaarheidsproblemen.

Tekorten bij bepaalde ziektes
Bij bepaalde ziektebeelden is vaker sprake van tekorten, zo blijkt uit de cijfers van KNMP Farmanco. De nood is het hoogst bij kankermedicijnen, hormonen, psychofarmaca, infectieziekten en geneesmiddelen voor de bloedsomloop. Dit zijn belangrijke geneesmiddelen waarbij het tekort direct merkbaar is voor de patiënt.

Alternatief voor het tekort
Bij beschikbaarheidsproblemen van bepaalde medicijnen adviseert KNMP om onderstaande te doen:
Substitueren: uitwijken naar hetzelfde geneesmiddel van een andere leverancier;
Alternatief voorstellen: een ander geneesmiddel voor dezelfde indicatie;
Importeren van het geneesmiddel uit een land waar het wel beschikbaar is;
Beschikbaar maken door middel van een apotheekbereiding.

De KNMP pleit in alle bovenstaande punten voor optimale patiëntenbegeleiding. Zo verloopt de overgang naar het alternatief zo soepel mogelijk.

Apothekers hebben steeds meer moeite om een alternatief te vinden voor het probleem. In 2013 was in 2% van de gevallen geen alternatief voor het tekort voor handen. Het gevolg hiervan was dat er werd uitgeweken naar een suboptimale therapievorm. De KNMP vindt dit uiteraard onwenselijk, maar ziet momenteel voor deze 2% helaas geen oplossing.