Dat schrijft het Parool zaterdag. Martha deed op 27 december aangifte van een mislukte aanslag op hem in Amsterdam-Zuid. Justitie vond toen dat hij bescherming moest krijgen. Martha's advocaat Nico Meijering zegt dat Martha hem verteld heeft dat hij alleen beschermd zou worden, als hij zou vertellen wie volgens hem achter de mislukte aanslag zat. Verder zou aan Martha gevraagd zijn informatie te verstrekken over de achtergronden van de onderwereldvete, waarbij al heel wat criminelen zijn omgekomen.
Correspondentie onbeantwoord
Martha wilde hierover eerst met zijn advocaten overleggen en kreeg daarom nog geen bewaking. Correspondentie over de aan bescherming gestelde voorwaarden bleef volgens Meijering onbeantwoord.
Bescherming mogelijk geweest
Na de liquidatie van Martha lieten politie en justitie via de media weten dat Martha zeker wel bescherming had kunnen krijgen, als hij maar bereid was geweest om 'feitelijke vragen' over zijn dagelijks leven te beantwoorden en 'transparant zou zijn' geweest over zijn verblijfplaats.
De advocaat van Martha wil nu dat justitie hem de volledige tekst van de aangifte van Martha geeft. Hierin moet terug te vinden zijn welke voorwaarden de recherche aan de beveiliging van Martha heeft verbonden. Meijering stelt dat tot nu toe de officieren die hij over de kwestie heeft aangeschreven, wiegeren hem de aangifte te verstrekken. Hij wendt zich nu tot de hoofdofficier.