Dat valt ruim binnen het streven om in 2013 in 80 procent van de gevallen binnen 15 minuten ter plaatse te zijn. Wel zijn er verschillen tussen de verschillende eenheden.
Met de komst van één politiekorps is besloten ook een landelijke norm te hanteren. Voorheen bepaalden de regio’s die norm zelf, in overleg met het lokaal bestuur. In 2013 is afgesproken dat de politie in 80 procent van de gevallen binnen 15 minuten ter plaatse moest zijn. Het gaat hierbij om de zogeheten reactietijd: de tijd vanaf het moment van de melding tot aan de aankomst ter plaatse.
Voorheen rekenden sommige eenheden ook met de zogeheten aanrijtijd: dit is de tijd vanaf het moment dat de melding door de meldkamer wordt doorgegeven tot aan de aankomst ter plaatse. Dus zonder de tijd die de meldkamer nodig heeft om de melding te verwerken.
Gemiddelde streeftijd
De streeftijd geldt op landelijk niveau en per eenheid. Het gaat om een gemiddelde: in landelijk gelegen gebieden is het nu eenmaal lastiger om snel ter plaatse te zijn dan in stedelijke gebieden. Sommige gebieden, zoals Noord-Nederland of Zeeland-West-Brabant kenmerken zich door een uitgestrekt gebied met minder snelwegen, waardoor het lastiger is snel ter plaatse te zijn.
Prio 1 voor iedereen
Uiteraard wordt in acute noodsituaties alles gedaan om zo snel mogelijk ter plaatse te zijn. Dat kan zijn door niet-noodhulpmedewerkers die in de buurt zijn naar de plek van de melding te sturen (concept ‘Prio 1 voor iedereen’). Als het desondanks langer duurt voordat de politie ter plaatse is, wordt door de meldkamer of aanrijdende politieauto contact gehouden met de melder en kan in voorkomende gevallen al hulp op afstand worden geboden.
Wob-verzoek
RTL Nieuws en NU.nl hebben met een beroep op de Wet openbaarheid bestuur de reactietijden voor prio-1 meldingen per gemeente opgevraagd.