woensdag, 12. februari 2014 - 10:35 Update: 03-07-2014 0:42

Radboud krijgt 6 miljoen subsidie voor onderzoek insulineziekte

Foto van ziekenhuis | Archief FBF.nl
Foto: Archief FBF.nl
Nijmegen

Het Radboudumc heeft van de Europese Commissie een subsidie van 6 miljoen euro ontvangen voor het onderzoek naar behandelingen voor insulinegerelateerde ziekten.

Hiermee hoopt het Radboudumc samen met een consortium van Europese onderzoeksinstellingen een oplossing te vinden voor onder meer de zeldzame aangeboren ziekte congenitale hyperinsulinisme. Vanaf 2017 zou de behandeling beschikbaar moeten komen.

Congenitale hyperinsulinisme is een levensbedreigende ziekte die bij ongeveer 1 op de 50.000 pasgeboren baby’s voorkomt. Door een genetische afwijking maken beta-cellen in de alvleesklier te veel insuline aan. Hierdoor zijn de suikerspiegels in het bloed bij deze kinderen gevaarlijk laag. Dit leidt onder andere tot ernstige hersenbeschadigingen en de meeste kinderen overlijden zonder tijdige behandeling. Meer dan driekwart van de patiënten reageert niet op medicijnen, waarna alleen het verwijderen van de alvleesklier nog rest. Deze ingrijpende behandeling kan levensreddend zijn, maar leidt tot levenslange diabetes en een chronisch verstoorde spijsvertering. Door het zoeken naar een betere oplossing voor congenitale hyperinsulinisme, draagt het project BetaCure bij aan de Europese doelstelling om voor 2020 tweehonderd nieuwe behandelingen te vinden voor zeldzame ziekten.

Focus op bolletjes

Congenitale hyperinsulinisme komt voor in twee vormen. Bij de zogenanaamde focale vorm zitten de hyperactieve beta-cellen in een bolletje. Bij de diffuse vorm zijn deze cellen verspreid over de hele alvleesklier. In principe is de focale vorm goed te verwijderen, maar met de huidige technieken zijn de bolletjes vaak niet goed te ontdekken. Hierdoor wordt bij te veel patiënten alsnog een te groot gedeelte van de alvleesklier verwijderd. Een ander probleem is dat van de bolletjes uitlopers naar het gezonde weefsel groeien. Als deze uitlopers niet volledig worden verwijderd, is er een grote kans dat de ziekte terugkomt.

BetaCure past beeldvormende technieken toe die de beta-cellen beter in beeld brengen. Hiervoor wordt een nieuw ontwikkelde kleurstof, een zogenaamde radiotracer, gebruikt die specifiek aan beta-cellen blijft plakken. Met behulp van SPECT en PET technieken is de tracer zichtbaar te maken. Tijdens een operatie kan dit molecuul ook als optische tracer worden gebruikt. Zo is de focale vorm voor de operatie te diagnosticeren en is het bolletje door de chirurg makkelijk te vinden en te verwijderen. De onderzoekers hopen dat op die manier ook de uitlopers in het gezonde weefsel gevonden en volledig verwijderd kunnen worden.

Cel voor cel bestralen

Ook in de diffuse vorm biedt de techniek uitkomst. De optische tracer is met een laser te stimuleren waardoor vrije radicalen ontstaan. Deze moleculen hebben een hoge energie die dodelijk is voor de beta-cellen. Als deze techniek bij patiënten goed werkt, zijn de beta-cellen per stuk uit te schakelen. Met behulp van dezelfde SPECT en PET scans hoopt men precies te kunnen berekenen hoeveel beta-cellen er moeten overblijven voor een gezonde insulineproductie. Omdat de ingreep weinig belastend is, zijn kinderen zonodig meerdere keren te behandelen.

Projectleider prof.dr. Martin Gotthardt hoopt met BetaCure een effectieve behandeling te vinden voor congenitale hyperinsulinisme: “Dankzij de resultaten van ons eerdere projecten BetaImage en BetaTrain zijn wij nu de enige ter wereld die de hoeveelheid beta-cellen in mensen van buitenaf heel nauwkeurig kunnen bepalen. Met de toepassing van deze techniek bij congenitale hyperinsulinisme kunnen we patiënten op maat behandelen.”

Bredere toepassing

De methode van BetaCure is ook bruikbaar voor andere aandoeningen, zoals bij insulineproducerende tumoren in de alvleesklier bij volwassenen. Bij deze zeldzame tumoren kan het selectief uitschakelen van zieke beta-cellen in de tumoren een alternatief bieden voor de huidige ingrijpende operaties. Ook bij patiënten met type-1 diabetes is de beeldvormende techniek toe te passen. Bij dit type diabetes maken patiënten onvoldoende insuline aan. Maar dat hoeft niet te betekenen dat zij geen levende beta-cellen meer hebben. Door te meten hoeveel hiervan er nog zijn, is in de toekomst misschien te beoordelen of de insulineproductie met immuuntherapie weer op gang geholpen kan worden.

 
 

 

Categorie:
Tag(s):