dinsdag, 11. november 2014 - 9:41

Sporters en vrijwilligers voelen impact moeilijke financiële situatie clubs

Sporters en vrijwilligers voelen impact moeilijke financiële situatie clubs
Foto: Nuon
Arnhem

Bijna vier op de tien sporters en vrijwilligers van sportverenigingen merken dat de financiële situatie van hun club verslechtert. Dit leidt onder meer tot minder trainingen, hogere contributies en stijgende kantineprijzen.

Dit blijkt uit onderzoek van Maurice de Hond in opdracht van Nuon. Volgens het energiebedrijf kunnen besparingen op energiegebied dergelijke bezuinigingen en prijsverhogingen voorkomen.

De energiekosten zijn gemiddeld genomen 15-20% van de begroting van een sportvereniging. Er is echter veel winst te boeken doordat veel clubs slecht geïsoleerde kantines en kleedkamers hebben, oude verwarmingsinstallaties, energieslurpende koelkasten en onzuinige verlichting. Via eenvoudige energiebesparende maatregelen kunnen alle Nederlandse clubs samen jaarlijks 20-30 miljoen euro besparen. Uit het onderzoek - dat uitgevoerd is in het kader van de Nuon Club Competitie - blijkt dat sporters en vrijwilligers vinden dat hun sportvereniging de besparingen het best kan investeren in:

1.    Sportfaciliteiten zoals tennisbanen, ballen of een beter veld: 19%

2.    Lagere contributies en kantineprijzen voor bijvoorbeeld koffie, thee en fris: 15%

3.    Extra trainers en opleidingen voor scheidsrechters: 13%

4.    Het verbeteren van de kantine en kleedkamers: 12%

5.    Duurzame maatregelen zoals dubbel glas, isolatie en zuinige veldverlichting: 9%

Regionale verschillen

Bij sportverenigingen in Zeeland, Brabant en Limburg is de financiële nood het hoogst. Bijna de helft van de clubs heeft er te maken met stijgende kosten en dalende inkomsten, aldus sporters en vrijwilligers. Met als gevolg extra investeringen in ledenwerving, minder trainingen en hogere contributies, zo geven zij aan. In de grote steden zijn de problemen het minst nijpend; 54% van de sporters en vrijwilligers geeft aan dat er bij hun club geen financiële issues spelen. Landelijk merkt 36% van de sporters en vrijwilligers dat hun club de broekriem moet aanhalen.

Duurzaam thuis maar niet op de club

Duurzaamheid spreekt veel sporters en vrijwilligers van sportverenigingen aan. Maar liefst 64% van hen besteedt thuis veel aandacht aan energiebesparing en duurzame energie. Deze aandacht voor duurzaamheid treffen zij echter niet aan bij hun sportvereniging. Slechts 5% van de sporters en vrijwilligers vindt dat hun eigen sportclub energiebesparing en duurzame energie hoog in het vaandel heeft staan. In Flevoland, Overijssel en Gelderland zijn de duurzaamste clubs te vinden, aldus de respondenten. In de grote steden ligt het percentage ‘duurzame verenigingen’ volgens sporters en vrijwilligers op een schamele 2%.

Investeren in duurzaamheid

Een voetbalvereniging die het energieverbruik halveerde is Achilles 1894 uit Assen. Door zonnepanelen te installeren, zonnecollectoren te plaatsen voor warm water, isolatie en het beter afstellen van de verwarmingsinstallatie bespaart de vereniging nu 33.500 euro per jaar. De energierekening bedroeg ruim 67.000 per jaar. Bestuurslid Rudi Smit: “Ik ben privé al jaren bezig met duurzaamheid. Omdat ik zag hoeveel geld er binnen onze club naar energie gaat, wilde ik ook binnen onze vereniging mee aan de slag. Het was geen gemakkelijk traject maar ik ben erg trots op wat we bereikt hebben. En niet alleen wat betreft maatregelen: onze hele club is zich bewust van duurzaamheid en veel leden gaan ook thuis aan de slag met energiebesparing.”

Nuon Club Competitie

Om de mogelijkheden en de opbrengsten van energiebesparing meer onder de aandacht te brengen is Nuon de Club Competitie gestart. Negen sportverenigingen kunnen hierin elk maximaal 10.000 euro winnen voor energiebesparing en duurzame energie. Iedereen die betrokken is bij een club kan zijn vereniging hiervoor opgeven. Meer informatie staat op http://clubcompetitie.nuon.nl.

Onderzoeksverantwoording

Het onderzoek is uitgevoerd door Maurice de Hond in opdracht van Nuon tussen 9 en 27 oktober 2014. Hij ondervroeg in totaal ruim 7.500 Nederlanders tussen de 18 en 60 jaar, waarvan er ruim 2.500 betrokken zijn bij een sportvereniging. De onderzoeksuitkomsten hebben betrekking op sporters en vrijwilligers bij sportverenigingen en is representatief voor geheel Nederland en representatief voor de vijf Nielsen-regio’s: de grote steden, West-Nederland (minus grote steden), Noord-Nederland, Oost-Nederland en Zuid-Nederland.

Categorie:
Tag(s):