Verdachte had het slachtoffer ontmoet in een park. Later belde het slachtoffer hem op omdat hij kluswerk voor hem had. Verdachte zocht hem op in diens woning om het kluswerk te bekijken. Nadat verdachte even in de badkamer was geweest, trof hij het slachtoffer in een slaapkamer dood aan. Daarna bestal hij hem van onder andere sieraden waarbij hij ook een zegelring van een vinger haalde en van een telefoon. Het slachtoffer stierf overigens een natuurlijke dood.
De advocaat-generaal vindt dat een deels onvoorwaardelijke celstraf recht doet aan de ernst van het feit. “Verdachte is opgetreden als ‘lijkenpikker’; volgens het woordenboek is dat iemand die profiteert van de dood van een ander. Toen verdachte zijn slachtoffer levenloos aantrof, heeft hij zich niet om hem bekommerd, hij heeft geen reanimatie toegepast of hulp ingeroepen. Nee hij nam de gelegenheid te baat de man te bestelen. Door aldus te handelen heeft hij ervoor gezorgd dat de politie en ook de nabestaanden in de waan werden gelaten dat het zou gaan om een roofmoord. Diefstal in deze omstandigheden is bizar en heel ernstig.” Het voorwaardelijk deel van de geëiste celstraf dient wat het OM betreft “als stok achter de deur”.
De politierechter veroordeelde de man tot 5 maanden cel. De verdachte stelde hoger beroep in.