Op 29 juli 2014 om 10.13 uur komt er een melding bij de meldkamer binnen. De man aan de andere kant van de lijn is gestoken met een mes in zijn linkerzij en heeft bij aankomst van de politie nog waardevolle informatie voor het onderzoek kunnen geven, waaronder de naam van de verdachte. Kort na
aankomst in het ziekenhuis is hij om 12.46 uur overleden aan het massale bloedverlies en de weefselschade die de 18 centimeter diepe steekwond aan zijn dikke darm en linker nierader heeft veroorzaakt.
Voor het bewijs in deze zaak baseert de officier zich op de melding van het slachtoffer zelf, buurtonderzoek, de aangetroffen fiets van verdachte bij de woning van het slachtoffer en het mes waarmee is gestoken en in de woning is achtergebleven.
Op basis van al het materiaal en gezien de grootte van het mes, de diepte van de steekwond en de plek waar is gestoken komt de officier tot wettig en overtuigend bewijs dat de 24-jarige man verantwoordelijk moet worden gehouden voor de dodelijke steekpartij; "Hij heeft nagedacht over wat hij
zou gaan doen, maar niet nagedacht over de gevolgen. Hij heeft het slachtoffer het leven ontnomen en zijn nabestaanden daarmee onbeschrijfelijk veel leed toegebracht. Geen enkele straf doet recht aan het verdriet en het gemis dat zij voelen. Geen enkele straf brengt hem terug."
Bij het bepalen van de strafeis heeft de officier van justitie rekening gehouden met zijn strafblad met onder andere geweldsdelicten, zijn verminderde toerekeningsvatbaarheid, het feit dat het recidiverisico zeer hoog wordt ingeschat als hij onbehandeld blijft en met het uiteindelijke
behandeladvies.
De officier van justitie eist tegen de 24-jarige verdachte 8 jaar en ongemaximeerde tbs met dwangverpleging en acht de vordering benadeelde partij toewijsbaar.