Charterbepalingen
FNV eiste dat de voorzieningenrechter het transportbedrijf zou dwingen om de zogeheten ‘charterbepalingen’ door te contracteren zodat het buitenlandse zusterbedrijf zich er ook aan zou houden. De charterbepalingen zijn onderdeel van de CAO’s die volgens FNV van toepassing zijn. In deze bepalingen staat dat als een Nederlands bedrijf werk uitbesteedt aan een ander, buitenlands bedrijf, hij moet zorgen dat de Nederlandse CAO wordt toegepast op de buitenlandse medewerkers. De bepalingen gelden als het werk vanuit Nederland wordt uitgevoerd.
Onduidelijk
De voorzieningenrechter is van oordeel dat de FNV haar stelling niet voldoende heeft onderbouwd. De detacheringsrichtlijn is niet in alle gevallen van toepassing wanneer buitenlandse chauffeurs via een onderaannemer voor een Nederlands bedrijf rijden. Ook is niet duidelijk welke CAO nu eigenlijk geldt voor het transportbedrijf. Tot slot blijft de vraag of de buitenlandse vervoerders wel vanuit Nederland opereren onbeantwoord. De rechter oordeelt daarom dat de vorderingen van FNV meer nuance en feitelijke invulling behoeven en zij daarom niet toewijsbaar zijn in kort geding.