donderdag, 1. oktober 2015 - 14:58 Update: 01-10-2015 21:03

Onderhandelingsakkoord over loonruimte voor de publieke sector blijft intakt

FNV verliest kort geding over pensioenafspraken overheidspersoneel
Foto: Archief EHF
Den Haag

De Haagse kortgedingrechter wijst de eis van de Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV) om de in de Pensioenkamer ten aanzien van de pensioenen genomen besluiten in te trekken, af.

Achtergrond

Op 10 juli 2015 is tussen de betrokken ministers, de overheidswerkgevers en de overige vakcentrales voor overheidspersoneel een onderhandelingsakkoord bereikt over loonruimte voor de publieke sector. Daarbij zijn zowel loon- als pensioenafspraken gemaakt, die – voor wat betreft de pensioenafspraken – 1 op 1 zijn bekrachtigd in de daarvoor speciaal ingestelde overlegstructuur, de Pensioenkamer van de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid (ROP). Op basis van deze bekrachtigde afspraken wordt binnenkort de ABP-pensioenregeling aangepast en vinden CAO-onderhandelingen plaats. 

Wat wilde FNV? 

FNV heeft aan haar eis ten grondslag gelegd dat zij zich buitenspel gezet voelt bij de totstandkoming van de ten aanzien van de pensioenen genomen besluiten. Zij is bij het onderhandelingsakkoord niet aanwezig geweest en stelde bij de kortgedingrechter dat over de pensioenafspraken in de Pensioenkamer geen open en reëel overleg heeft plaatsgevonden. Hierdoor is volgens de FNV het grondrecht op collectief onderhandelen met voeten getreden. Volgens de FNV hebben de pensioenafspraken grote gevolgen voor de pensioenen van het overheidspersoneel.

De overwegingen van de kortgedingrechter

Over de in het onderhandelingsakkoord neergelegde pensioenafspraken heeft volgens de kortgedingrechter tussen alle werkgevers- en werknemerscentrales open en reëel overleg plaatsgevonden. FNV is bij het aan het onderhandelingsakkoord voorafgaande overleg aanwezig geweest, maar heeft er zelf voor gekozen om het overleg op 9 juli te verlaten, waardoor zij bij het sluiten van het akkoord op 10 juli niet aanwezig is geweest.

Het besluit over het onderhandelingsakkoord is desalniettemin met de vereiste meerderheid van stemmen genomen en de daarbij gemaakte pensioenafspraken zijn vervolgens in de Pensioenkamer bekrachtigd. Anders dan FNV stelt, kan niet gezegd worden dat hierdoor gehandeld is in strijd met haar recht op collectieve onderhandelingen.