Een 49-jarige Heerhugowaardse had een zwangere hond, die moest bevallen. Omdat de bevalling te lang duurde, ging zij naar een dierenarts voor onderzoek. Een keizersnede werd geadviseerd.
De praktijk had hier geen mogelijkheid voor en de eigenaresse van de hond werd doorverwezen naar een andere praktijk. Bij de tweede praktijk bleek na onderzoek dat het dier drachtig was van drie pups, waarvan er een was overleden. Het overleden dier zat vast in het geboortekanaal, waardoor de bevalling niet vorderde. Een keizersnede was noodzakelijk, omdat bij het uitblijven van medische hulp de moeder hond en de pups zouden overlijden.
Voordat de dierenarts aan deze operatie zou beginnen, moest de eigenaresse eerst 600 euro betalen. Een afspraak over een de betaling op een later moment wilde de dierenarts niet maken. Uiteindelijk besloot de eigenaresse naar een andere dierenarts te gaan die de ingreep uitvoerde.
De politie maakt proces-verbaal op tegen twee dierenartsen van de praktijk die de ingreep zonder voorafgaande betaling weigerde uit te voeren. Dit gebeurt op basis van art. 4 lid 2 van de Wet Dieren, waarin staat, dat een dierenarts een zorgplicht heeft ten opzichte van een dier met betrekking tot welke hun hulp is ingeroepen en verlenen of in geval van nood behoren te verlenen ten opzichte van een dier.