De worstelende Amsterdammers gingen met 1-0 onderuit ondanks een surplus aan balbezit en vielen daarmee in herhaling.
Het was weer het bekende plaatje in het Olympisch Stadion van Kiev. Ajax speelde de bal van voet naar voet, zocht geduldig naar een opening, zonder die erg vaak te vinden. De talrijke passes die het Amsterdamse spel kenmerken hadden voor de zoveelste keer dit seizoen minimaal resultaat.
Dnipro, daarentegen, had de bal maar sporadisch nodig om gevaar te kunnen stichten. De gastheren trokken zich terug op de eigen helft om gedoseerd druk te zetten en op het juiste moment toe te slaan. Een effectieve strategie.
Dat strijdplan leverde Dnipro na een half uur spelen een voorsprong op. Roman Zozoelja kreeg veel teveel tijd van zijn directe bewakers, nam een lage voorzet vanaf de linkerflank op zijn dode gemakje aan, en rondde ongehinderd af.
Ook na die openingstreffer bleef Ajax vasthouden aan de bekende formule. Het surplus aan balbezit kon echter maar moeilijk omgezet worden in kansen. Joël Veltman kreeg op slag van rust de grootste mogelijkheid, maar de centrumverdediger was niet helemaal bij de les.
Dnipro bleef in de tweede helft gevaarlijk met snelle uitbraken. Ofschoon de thuisploeg slechts 32 procent balbezit had, kwam Dnipro uiteindelijk tot liefst veertien doelpogingen, waarvan er zes tussen de palen eindigden.
Ajax kon daar slechts zes pogingen tegenover stellen. Veelzeggend voor de gebreken van Ajax' op balbezit gestoelde strategie is het feit dat de Amsterdammers in negentig minuten voetbal tot slechts één schot op doel kwamen.
Dat zal anders moeten wanneer Dnipro volgende week naar een uitverkochte Amsterdam ArenA komt. Ajax zal minimaal één keer moeten scoren en weet bovendien dat een tegendoelpunt de kans op de kwartfinale aanzienlijk zou verminderen. Wellicht beweegt het Frank de Boer ertoe om de filosofie waar hij zo trouw aan vasthoudt voor een keer overboord te gooien.