Wat helpt, is een goed gesprek met de werkgevers over waar ook wij werknemers met dit land naar toe willen".
Dat zegt Reinier Castelein, voorzitter van De Unie, de vakorganisatie voor Middelbaar en Hoger Personeel. “Juist nu de ontwikkelingen sneller gaan dan we kunnen bevatten met 3D-printing, automatisering, digitalisering en robotisering, kunnen werknemers niet langs de zijlijn blijven staan. De Unie Arbeidsmonitor laat nu al zien dat harde acties of stakingen niks gaan opleveren. Integendeel: er gaan in 2015 nog 100.000 banen verloren.
Juist nu alle werkgeversorganisaties gecoördineerd aankondigen de vakbond dan maar buiten de deur te houden, is het tijd om onze verantwoordelijkheid te nemen en aan tafel te blijven zitten. Een hete lente levert geen dialoog, continuïteit en kans op inkomenszekerheid. Telkens weer blijkt dat harde acties aan de poort, een krijgszuchtige mars op het Malieveld en stakingen per saldo steeds verliezers oplevert. Het nieuwe ontslagrecht en de radicaal veranderde arbeidsmarkt versterken de positie van werkgevers bij de aanhoudende massa ontslagen en harde saneringen.
Daarom willen wij heel graag kijken naar ruimere scholingsmogelijkheden en willen we werknemers voorbereiden op de hybride loopbaan waarin verschillende vormen van loondienst, uitzendwerk en ZP-schap te combineren zijn.
Die flexibiliteit die werkgevers willen werkt namelijk twee kanten op. De arbeidsmarkt verandert, daarom moeten werknemers mee veranderen. Iedereen die dat ontkent leeft in een andere eeuw. Bij die houding past het niet om met het mes op tafel de gesprekken aan te gaan. Wij zeggen dus heel duidelijk, in 2015 gaan wij er aan de onderhandelingstafel uitkomen. Als argumenten aan tafel niet helpen, dan helpt een polonaise op het malieveld zeker niet.”
“Er blijft altijd een klein clubje werkgevers dat het spel niet netjes speelt, maar het gros verdient gewoon een constructieve gesprekspartner. Die oplossingsgerichte partner is De Unie altijd geweest, maar we doen nu nadrukkelijk nog een stap naar voren op weg naar een toekomstbestendige arbeidsmarkt.”