Het slachtoffer werd in augustus 2012 als vermist opgegeven, nadat zij met een vriendin uit Schijndel was vertrokken. Een paar dagen later stuurde zij een paar sms'jes aan haar moeder, waaruit bleek dat zij in penibele omstandigheden verkeerde en door 'jongens' in de prostitutie zou worden gedwongen.
Hetzelfde bleek uit berichten die het meisje op Twitter plaatste. Later belde ze haar moeder, die op dat moment bij de politie was. De politie instrueerde het meisje zodanig dat zij zich diezelfde dag nog bij de Spoorwegpolitie in Amsterdam kon melden, waarna een onderzoek werd gestart en een aantal verdachten kon worden aangehouden.
Sekssite
Volgens de advocaat-generaal hebben de beide terechtstaande verdachten zonder meer de bedoeling gehad het meisje uit te buiten in de prostitutie, nadat zij naar Amsterdam was gelokt. Er is een advertentie met foto's van het slachtoffer op een sekssite geplaatst en ze kreeg een laptop en mobiele telefoon voor contacten met klanten.
De verdachten hebben zich in de visie van het OM schuldig gemaakt aan mensenhandel, ook al is het niet zover gekomen dat het slachtoffer daadwerkelijk als prostituee heeft gewerkt. Voor de bewezenverklaring van mensenhandel is dat geen noodzakelijk bestanddeel.
De beide verdachten wordt ook verweten dat zij het meisje hebben onttrokken aan het ouderlijk gezag. Het meisje in de zaak van de beide verdachten was erg jong, had al een niet gemakkelijk leven en werd daarmee een ,,extra makkelijke prooi'', aldus de advocaat-generaal.
De rechtbank legde straffen op tot gevangenisstraf 16 maanden cel, waarvan 4 maanden voorwaardelijk. De verdachten tekenden beroep aan tegen het vonnis.