woensdag, 25. mei 2005 - 8:46

Kind vastbinden gevaarlijk

Amsterdam

Nog steeds bindt een op de tien ouders hun baby of kind vast in bed, zo blijkt uit een onderzoek van de Friese consultatiebureaus. Met het vastbinden van baby’s willen ouders voorkomen dat hun kind op de buik draait en sterft aan gevolg van wiegendood.

Volgens stichting consument en veiligheid is het vastbinden van een baby met sjaals of riempjes geen veilige oplossing. Per jaar sterven er ongeveer 5 kinderen omdat ze in bed verstikt raken.

Hieronder staan de twaalf meest belangrijke adviezen van Consument en Veiligheid om je kind veilig te laten slapen.

1. Leg je baby altijd op de rug te slapen.
Dit is de veiligste slaaphouding. Je baby ligt zo met het gezichtje vrij. De eerste twee weken kan je baby nog op de zij slapen. Daarna niet meer, omdat je kind dan kan omrollen tot op de buik. Als je baby zichzelf vlot om en om kan draaien, kun je hem zelf zijn slaaphouding laten bepalen. Een scheef hoofdje voorkom je door je baby afwisselend met het hoofdje naar links en naar rechts neer te leggen. Leg je baby regelmatig op zijn buik, als hij wakker is. Blijf daar dan wel bij.

2. Gebruik de eerste twee jaar een babyslaapzak.
In een babyslaapzak kan het hoofdje van je baby niet onder beddengoed raken en kan hij zich niet blootwoelen. Bovendien rolt een jonge baby in een slaapzak minder gemakkelijk om van de rug naar de buik. Koop altijd een goed passende babyslaapzak. Wanneer armsgaten en halsopening te groot zijn, kan je baby in de slaapzak terechtkomen. Je kunt een dunne babyslaapzak samen met een lakentje of dunne deken gebruiken, mits je deze stevig en dwars over het voeteneinde instopt. Slaapt je baby zonder slaapzakje, maak het dekentje en lakentje stevig en kort - voetjes tegen het voeteneinde - op.

3. Gebruik de eerste twee jaar geen dekbed.
Dit kan veel te warm zijn voor je baby. En je kind kan zich gemakkelijk onder of in het losliggend beddengoed wurmen. Dit kan de ademhaling belemmeren. Je kunt wel een deken in een dekbedhoes gebruiken, maar dan moet de deken even groot zijn als de hoes. De dekbedhoes moet groot genoeg zijn, zodat je deze aan de onder- en zijkanten minimaal 10 cm onder het matras kan instoppen. Zorg dat de hoes goed sluit.

4. Leg je baby te slapen in een wieg of bedje.
Dit is de veiligste slaapplek. Zet het bedje het eerste halfjaar zo dicht mogelijk bij je eigen bed. Houd ook overdag enig toezicht tijdens het slapen. Slaap niet met je baby bij je in bed zo lang hij jonger is dan drie maanden. Je baby kan het te warm krijgen door het dekbed, tussen matrassen bekneld raken, uit bed vallen of met zijn gezichtje tegen kussens aandrukken. Bovendien kun je tijdens je slaap op je kind rollen. Het risico neemt toe als je hebt gerookt of gedronken, medicijnen of drugs hebt gebruikt of wanneer je erg vermoeid of gestrest bent.

5. Zorg dat je baby het niet te warm heeft.
Let op de combinatie kleding, beddengoed en kamertemperatuur. Een baby heeft het warm genoeg als zijn voetjes aangenaam aanvoelen. Zorg dat de temperatuur van de babykamer tussen 16°C -18°C is. Dek je kind bij koorts minder warm toe dan je gewoonlijk doet.

6. Houd je baby vrij van rook.
Dit geldt niet alleen in huis, maar ook onderweg (in de auto) of als je ergens anders op bezoek bent.
Ventileer regelmatig de kamer waar je kind slaapt, ook als je niet rookt.

7. Maak de omgeving veilig.
Zet een wieg of bedje niet in de buurt van (gordijn)koorden en snoeren. Hang een mobiel buiten bereik van je kind. Het is om naar te kijken en niet om mee te spelen.

8. Zorg voor een veilig bed.
Gebruik een wieg of bedje, waarvan de zijwanden luchtdoorlatend zijn. De spijlafstand moet tussen de 4,5 en 6,5 cm zijn. Kies een stevig en goed passend matras. Gebruik geen zacht of afsluitend beddengoed zoals hoofdbeschermer, kussen, kussenachtige knuffels, zeiltje en waterbed. Het kan de ademhaling belemmeren.

9. Leg je kind nooit vast in bed.
Je kind kan zich vastdraaien en stikken. Probeert je kind uit het ledikant te klimmen? Haal dan de spijlen eruit of schaf een laag kinderbed aan. En zorg voor een zachte ondergrond, voor het geval je kind uit bed valt.

10. Geef je baby geen geneesmiddelen met slaapverwekkende werking.
Dit geldt ook voor de moeder zo lang zij borstvoeding geeft. Wees altijd voorzichtig met medicijnen voor baby's.

11. Verstoor zo min mogelijk rust en regelmaat.
Stel je baby niet onnodig bloot aan vermoeienissen en stress. Dit verstoort het slaapritme van je baby.

12. Geef je baby bij voorkeur borstvoeding.
Borstvoeding verlaagt het risico op wiegendood. Ook een fopspeen bij het inslapen helpt. Krijgt je kind borstvoeding, gebruik dan alleen een fopspeen als de borstvoeding goed op gang is gekomen. Bij flesvoeding kan je wel meteen een fopspeen geven.
Categorie:
Tag(s):