Saab heeft de 2.3-liter viercilinder met turbo uit de 9-5 Aero geschikt gemaakt voor het gebruik van ethanol als brandstof. Het resultaat mag er zijn: op deze brandstof levert de motor bijna twintig procent meer vermogen dan op benzine. Het maximumvermogen neemt toe van 260 pk tot 310 pk. Het maximale koppel stijgt met bijna een kwart tot 440 Nm. De krachttoename vertaalt zich in een acceleratietijd van 0 tot 100 km/uur in minder dan 6 seconden (6,9 seconden voor de 9-5 Aero). Tegelijkertijd heeft het model een veel lagere uitstoot van CO2, het broeikasgas dat verantwoordelijk wordt gehouden voor de klimaatverandering.
De brandstof van deze speciale 9-5 is E85, een mengsel van 85% ethanol en 15% benzine. Ethanol wordt gemaakt van landbouwgewassen of afval uit de houtindustrie, en draagt niet bij aan het broeikaseffect – de CO2 die bij verbranding vrijkomt. Dit is namelijk eerder al door bomen en planten uit de lucht gehaald en omgezet in plantaardige stof.
In de Verenigde Staten is bio-ethanol, geproduceerd uit maïs al verkrijgbaar. De benzine is voornamelijk toegevoegd om een goede koude start mogelijk te maken. E85 is een hoogwaardige brandstof met een veel hoger octaangetal (RON 104) dan benzine, zodat de ontsteking van de motor vervroegd kan worden zonder kans op pingelen. De enige wijzigingen aan de motor bestaan uit duurzamere kleppen en klepzetels. Verder moeten de tank en de brandstofleidingen bestand zijn tegen alcohol. Saab’s krachtige Trionic- motormanagement past zich automatisch aan aan de gebruikte brandstof.
Saab speelt sinds de introductie van de 9-5 2.0t BioPower in 2005 een voortrekkersrol in Europa. In Zweden blijkt BioPower een onovertroffen combinatie van zorg voor het milieu en extra motorvermogen, dat stijgt van 150 naar 180 pk. Ongeveer 70 procent van de vorig jaar in Zweden verkochte Saabs 9-5 is geschikt voor E85. Het populair-wetenschappelijke tijdschrift Popular Science zette de motor op zijn jaarlijkse ‘Best of What’s New’-lijst van honderd baanbrekende producten en technologieën.
Deze nieuwe brandstoffen kunnen gebruikt worden in de huidige verbrandingsmotoren en met de bestaande infrastructuur, zonder grote extra investeringen. De overschakeling naar bio-ethanol kan daardoor vloeiend verlopen, gelijktijdig met de ontwikkeling van nieuwere technologieën, zoals de brandstofcel die ethanol gebruikt.’
