woensdag, 6. juni 2007 - 14:30

'Dierziektebeleid kan nog een slag beter'

Lelystad

Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) handelt bij een uitbraak van een besmettelijke dierziekte zeer slagvaardig en adequaat vindt de agrarische sector. De hobbydierhouders zijn minder tevreden en vinden dat zij vaak de dupe worden. Dat zijn de voornaamste conclusies die onderzoekers van de Animal Sciences Group van Wageningen UR trekken. Het onderzoek werd uigevoerd in opdracht van het ministerie van LNV.

Het is gewenst dat de overheid meer aandacht gaat besteden aan dierziektepreventie en vaccinatie als hulpmiddel bij de bestrijding. Verder zou de overheid veel meer gebruik moeten maken van kennis die bij andere organisaties (zoals de keten van veehouders tot en met retail, hobbydierhouders en natuurbeschermers) beschikbaar is en meer rekening moeten houden met de belangen van hobbydierhouders en natuurorganisaties.

Uitbraken van besmettelijke dierziekten hebben forse sociaal-maatschappelijke en economische gevolgen. Er spelen grote belangen mee van verschillende groepen, zoals de commerciële veehouderij, hobbydierhouders, producenten van dierlijke producten, de recreatiesector, natuurorganisaties en burgers. Daarom wordt in Europees, en aansluitend ook in nationaal verband een nieuwe strategie voor diergezondheidsbeleid opgesteld. Om hiertoe te komen, zijn door de Animal Sciences Group diverse partijen geconsulteerd over de actuele problemen die zij ervaren en de mogelijke oplossingen op het gebied van diergezondheid.

Vrijwel alle ondervraagde partijen zijn van mening dat het huidige dierziektebeleid erg gericht is op bestrijding vanuit een veterinair-technische benadering en te weinig gericht is op echte preventie. Uitbreiding van de huidige monitoringssystemen en goede risicoanalyses kunnen daarbij helpen. Diertransporten, (illegale) handel in dieren, toerisme en wild zijn risicofactoren die meer aandacht verdienen.

Het dierziektepreventiebeleid moet niet alleen bepaald worden door financiële afwegingen, maar er moet ook rekening gehouden worden met sociaal-maatschappelijke factoren.

Het bevorderen van het vaccineren van dieren is een belangrijke beleidslijn van LNV bij het voorkomen en bestrijden van besmettelijke dierziekten. Handelspolitieke/economische maatregelen belemmeren echter in belangrijke mate de toepassing van vaccins in de Nederlandse veehouderij. Daarentegen vinden de meeste betrokken partijen dat vaccinatie een zeer geaccepteerde manier is om dierziekten te voorkomen of te bestrijden. Daarom is het van groot belang internationaal afspraken te maken over hoe om te gaan met producten van gevaccineerde dieren. Van de overheid wordt hierin een sturende rol verwacht. Dit beleid moet gedifferentieerd worden per diercategorie, zodat de hobbydierhouders en de natuurorganisaties niet de dupe worden.

Communicatie in dierziektecrisistijd, maar ook in vredestijd, is uitermate belangrijk om de preventie en bestrijding van dierziekten vlot te laten verlopen. Daarbij is het belangrijk dat LNV beschikt over voldoende inhoudelijke kennis en uitgebreide netwerken, niet alleen op het gebied van de dierziekten en de primaire veehouderijsector, maar ook op het terrein van de handel, de hobbydiersector, zuivel, dierentuinen, etc. Bij LNV is niet alle relevante kennis voldoende aanwezig, maar ze is zeker in staat regie te voeren op het verkrijgen en de inzet van die kennis. Veel kennis en communicatiemogelijkheden zijn aanwezig bij andere partijen, en die zou veel beter benut moeten worden. Deze partijen zijn daar ook graag toe bereid.

Veel betrokkenen ervaren de hoge mobiliteit van LNV-medewerkers ook als probleem, zowel wat betreft continuïteit in de kennis, als om goede contacten te onderhouden met LNV
Provincie:
Tag(s):