Geen strafbaar verwijt overleden hartpatiënt in cel

Tot deze conclusie komt de officier van justitie te Utrecht na onderzoek. Eind mei deed de advocaat van de man aangifte van dood door schuld of het in hulpeloze toestand achterlaten. 'Daar is geen bevestiging voor gevonden', meldt het Openbaar Ministerie (OM) vrijdag.

Op 1 mei werd de man aangehouden op verdenking van diefstal. De man was hartpatiënt en had extra zorg nodig. Op 17 mei om 21.15 uur werd hij nog levend gezien. Op 18 mei om 8.00 uur werd de man dood in zijn cel aangetroffen.

Sectie wees uit dat de man was overleden aan een hartinfarct. Volgens de advocaat van de man zou er onvoldoende zorg zijn geboden en zou het personeel niet hebben gereageerd op signalen die de man vanuit zijn cel gaf.

Naar aanleiding van deze aangifte heeft de officier van justitie een strafrechtelijk onderzoek ingesteld. Hieruit komt naar voren dat het bekend was dat de man hartpatiënt was en de inrichting hem voldoende zorg heeft geboden. De man heeft in de avond van 17 mei 2011 geen gebruik gemaakt van het meldsysteem van de inrichting.

Er zijn geen verklaringen van medegedetineerden dat de man lawaai maakte in zijn cel. Getuigen die hebben verklaard lawaai te hebben gehoord vanuit de cel, geven aan dat dit na twaalf uur 's nachts was. De schouwarts heeft vastgesteld dat de man toen al was overleden.
Een anonieme bron, die iets heeft gemeld aan RTV Utrecht, is niet bekend geworden en kon niet worden gehoord.

Al met al komt de officier van justitie op basis hiervan tot de conclusie dat noch de PI Nieuwegein, noch het personeel in deze zaak iets te verwijten valt. Ook de schouwarts heeft de dood van de man aangemerkt als een natuurlijk overlijden. Daarmee is voor het Openbaar Ministerie het onderzoek afgerond en de zaak gesloten.