dinsdag, 4. juni 2013 - 9:35 Update: 03-07-2014 0:57

Elektrisch rijden niet voor iedereen vanzelfsprekend

Elektrisch rijden niet voor iedereen vanzelfsprekend
Delft

Veel mensen die rijden in een semi-elektrische auto zoals de Opel Ampera of de Toyota Prius plug-in-hybride gebruiken de auto verkeerd. Dat concludeert het onafhankelijk onderzoeksbureau CE die onderzoek deed.

Om het potentieel van plug-in hybrides en elektrische auto’s met een range extender te benutten is het van belang dat deze auto’s zoveel mogelijk elektrisch worden gereden. Hiervoor is het nodig om het oplaad- en rijgedrag van de gebruikers positief te beïnvloeden. Dit kan door het geven van slimme financiële prikkels door werkgevers en overheid, het verder uitbreiden van de laadinfrastructuur en kennisoverdracht over rijgedrag. Een verbeterd rij- en laadgedrag zorgt voor een lager brandstofpraktijkverbruik, minder CO2-uitstoot en een betere luchtkwaliteit.

Dit staat onder meer in de studie  ‘Opladen voor de toekomst van plug-in hybrides en range extenders’ van CE Delft, waarin op verzoek van de Nederlandse importeurs van Toyota en Opel is onderzocht hoe het elektrisch gebruik kan worden verbeterd. Hierin is voor het eerst gekeken naar de factoren die het praktijkverbruik van plug-in hybrides en auto’s met een range extender bepalen en mogelijkheden voor verschillende partijen om dit verbruik te verbeteren. Er is een literatuurstudie uitgevoerd en er zijn interviews gehouden met o.a. werkgevers, leasemaatschappijen, brancheorganisaties en de overheid.

De beschikbaarheid van laadinfrastructuur is de belangrijkste voorwaarde om  elektrisch te kunnen rijden; minimaal thuis en/of op het werk. Leasemaatschappijen, importeurs en werkgevers kunnen er voor kunnen zorgen dat er altijd een oplaadpunt wordt meegeleverd, iets dat sommige automerken nu al doen. Gemeenten en het Rijk hebben een verantwoordelijkheid om de stagnerende uitrol van publieke laadpunten te versnellen.

Te weinig laadpunten

De beschikbaarheid van voldoende laadinfrastructuur is niet voldoende om een laag praktijk-verbruik te realiseren. Het laadgedrag blijkt ook sterk afhankelijk te zijn van financiële prikkels. Waar privé-eigenaren en ZZP-ers de brandstofrekening zelf betalen en dus gestimuleerd worden om zo veel mogelijk op te laden, is dit bij veel leaserijders niet het geval. Werkgevers kunnen autoregelingen opstellen waarin het brandstofbudget is afgestemd op het lage verbruik dat haalbaar is met dergelijke auto’s of waarin zelfs enkel de kosten van elektriciteit worden vergoed. Ook de Rijksoverheid kan financiële prikkels geven, bijvoorbeeld door de hoogte van de bijtelling te koppelen aan de beschikbaarheid van een oplaadpunt of het niet (belastingvrij) mogen vergoeden van brandstofkosten.
 

Training
Naast financiële prikkels kunnen ook trainingen voor zowel het rij- als laadgedrag aan berijders helpen om het praktijkverbruik te verbeteren. Verder kunnen werkgevers en lease-maatschappijen voorkomen dat werknemers met erg hoge woon-werkafstand en/of zeer hoge jaarkilometrages voor deze auto’s in aanmerking komen. Elektrificatie van het wagenpark kan bijdragen aan het terugdringen van de CO2-uitstoot én het verbeteren van de luchtkwaliteit. De overheid streeft er naar om in 2020 200.000 (semi-)elektrische auto’s op de Nederlandse wegen te laten rijden. De plug-ins hybrids en range extenders zijn wegbereiders voor de transitie naar duurzame elektrische mobiliteit.

Provincie:
Tag(s):