maandag, 10. maart 2014 - 20:33 Update: 03-07-2014 0:40

Geen aanwijzingen misdrijf bij dood jonge Schiedammer

Geen aanwijzingen misdrijf bij dood jonge Schiedammer
Foto: SXC
Rotterdam

Het onderzoek naar de dood van een jonge Schiedammer is grondig en toegewijd gedaan. Ook een nieuwe beoordeling van het uitgevoerde onderzoek heeft geen aanwijzingen opgeleverd van een misdrijf. Wel zijn er nog enkele open vragen waar nog nader onderzoek naar gedaan kan worden.

Dat heeft de Landelijke Reflectiekamer die op verzoek van de hoofdofficier van het OM in Rotterdam de verschillende onderzoeken naar de dood van de Schiedammer in 2008 heeft bestudeerd, in een tussenrapport geadviseerd. De LRK is een adviesorgaan van het OM. In deze LRK zaten naast opsporingsdeskundigen van OM en politie, ook twee onafhankelijke externe deskundigen. De nabestaanden van de jongeman zijn maandag door het OM in Rotterdam op de hoogte gesteld van de adviezen van de LRK.

De LRK adviseert onder andere nader onderzoek te (laten) doen naar de medisch forensische lijn. Zo zou het rapport van een recent door de familie ingeschakelde deskundige nader bekeken moeten worden, vooral ook omdat deze deskundige een andere medische voorgeschiedenis van de jongeman schetst dan eerder bekend was.

De LRK adviseert verder onderzoek te doen naar de eventuele banden tussen de in 2008 overleden Schiedammer, en een andere jongeman die in 2007 overleed. Daarnaast adviseert de LRK nader onderzoek te doen naar een mishandeling waarvoor de jonge Schiedammer zich bij de politie moest melden. De jongeman reageerde zeer heftig op dit gegeven, en dat lijkt cruciaal voor zijn verdwijning, aldus de LRK.

De LRK heeft verder gekeken naar vragen die door de nabestaanden zijn opgeworpen, bijvoorbeeld over getuigen, het niet verrichten van onderzoek naar schendingen van het graf en verdwenen kleding. Zo constateert de LRK dat het niet vreemd is dat sommige verklaringen gelijkenis vertonen, volgens de nabestaanden opvallend veel, omdat de vrienden van de jongeman na zijn verdwijning over hem gesproken zullen hebben. Volgens de LRK legde een andere getuige een onbetrouwbare verklaring af. De grafschendingen zijn wel forensisch onderzocht, en getuigen zijn daarover gehoord. Naar de verdwenen kleding van de jongeman is in 2008 onderzoek gedaan en bovendien ziet de LRK niet in hoe het terugvinden van die kleding bij zou kunnen dragen aan helderheid over de gebeurtenissen.