Ter hoogte van Erlecom troffen de agenten het schip aan. Achter het schip kwam regelmatig gasolie omhoog. De agenten gingen aan boord en stelden een onderzoek in. De Waterpolitie zag dat de diepgang van het schip 2.50 meter bedroeg terwijl de minst gepeilde waterdiepte 2.30 meter is. Bovendien was door Rijkswaterstaat ter hoogte van Nijmegen een ondiepte gemeld op een diepte van 2.10 meter.
Ook constateerde de politie in het GPS geheugen dat de tanker inderdaad over de ondiepte bij Nijmegen was gevaren en dat het schip daar ook behoorlijk snelheidsverlies had. De schipper verklaarde daarop tegenover de politie dat hij zich nu kon herinneren dat hij daar iets gevoeld had.
Toen duidelijk werd welke tank vermoedelijk lek was voer het schip naar de Vluchthaven te Lobith. Daar werden direct olieschermen om het schip gelegd. De lading uit de betreffende tank is overgepompt naar andere tanks van het schip en een gedeeltelijk naar een bunkerboot.
De lekkage werd hiermee gestopt. Op verzoek van IVW werden het certificaat van onderzoek en het certificaat van goedkeuring ingenomen. Het schip ligt nog met een behoorlijke slagzij in de Vluchthaven te Lobith. Duikers hebben vanmiddag het gat in de tankbodem met een soort pasta gedicht.
