donderdag, 25. februari 2016 - 21:50 Update: 25-02-2016 21:52

'Defensie maakt militairen licht ontvlambaar'

'Defensie maakt militairen licht ontvlambaar'
Foto: Archief bon
Den Haag

Defensie verstrekt militairen licht ontvlambaar thermo ondergoed. Met name bij open vuur lopen zij daarom gevaar. Het gevaar van ernstige brandwonden bestaat in die situaties waarbij militairen nabij open vuur de rolkraag van hun onderhemd niet bedekken, zo waarschuwt de vakbond VBM.

Volgens de vakbond komen militairen in situaties waarbij ze open vuur maken bijvoorbeeld bij het bereiden van eten of zich opwarmen. Tijdens winteroefeningen komen militairen vaak in deze situaties. 

Het is de (grootste) Vakbond voor Burger en Militair defensiepersoneel VBM een raadsel waarom Defensie kleding verstrekt die is gemaakt van brandgevaarlijk materiaal. De onderhemden met rolkraag zijn gemaakt van polyester. Ook lange onderbroeken en shirts zonder rolkraag zijn van dit materiaal gemaakt De enige verklaring voor deze keuze van Defensie kan zijn dat de financiële nood bij de krijgsmacht zo hoog is, dat men gekozen heeft voor kleding van inferieure kwaliteit. Een en ander getuigt dan van weinig respect voor het personeel.

Medio februari heeft Defensie besloten om aanvragen voor dit ondergoed niet meer toe te kennen. Ook is Defensie bezig om de thermo-onderkleding te beproeven. De resultaten hiervan zijn op dit moment nog niet bekend. Wel is er een verbod uitgevaardigd op het dragen van deze kleding aan boord van schepen.

Overigens krijgen niet alleen militairen met dit probleem (brandgevaarlijke kleding) te maken. Een collega bond van de VBM heeft onlangs gemeld dat Defensie aan de bewakers van de Defensie Bewakings- en Beveiligingsorganisatie (DBBO) overhemden heeft verstrekt die snel vlamvatten. Aangezien deze burgermedewerkers ook een ‘first response’ taak hebben, zouden zij dus bij eerste bluswerkzaamheden groot gevaar lopen. De bonden willen de problematiek van de brandgevaarlijke kleding snel bespreken met Defensie.

Categorie:
Provincie:
Blik op 112: