Volgens het OM heeft de man op 21 maart 2011 in Den Haag zijn ex-vriendin met voorbedachte rade om het leven gebracht.
In de vroege ochtend, terwijl ze onderweg was naar haar werk, werd de 37-jarige vrouw opgewacht door de verdachte. De verdachte wilde naar eigen zeggen een gesprek met het slachtoffer houden over hun stukgelopen relatie. Toen de vrouw weigerde met hem te spreken, greep de verdachte naar zijn vuurwapen. De verdachte schoot op korte afstand de vrouw door het hoofd. Na deze daad liep de verdachte weg. Toen bleek dat de vrouw nog in leven was liep de verdachte terug en loste opnieuw twee schoten.
Daarnaast wordt de man verdacht van zeven andere feiten, waaronder een eerdere mishandeling van het slachtoffer, een poging tot zware mishandeling van haar nieuwe vriend en zware mishandeling van een mede-gedetineerde. "Gezien de gewelddelicten die verdachte heeft gepleegd, is hij naar mening
van het OM zeer gevaarlijk," aldus de advocaat-generaal (OM) ter zitting.
De verdachte weigerde mee te werken aan een onderzoek naar mogelijk psychische stoornissen. "In plaats van het nemen van verantwoordelijkheid en het aanvaarden van psychiatrisch onderzoek en behandeling, is verdachte erop uit om de tijd van vrijheidsbeneming zo kort mogelijk te houden". Het OM
heeft daarom een zeer langdurige gevangenisstraf geëist. "Het gaat hier om vergelding van de feiten, beveiliging van de maatschappij en het demonstreren dat het ontlopen van TBS niet leidt tot een -voor de verdachte- gunstigere bejegening."
De rechtbank Den Haag veroordeelde de verdachte eerder tot 16 jaar cel voor onder andere de moord op zijn ex-vriendin. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 23 jaar geëist. Zowel het OM als de verdachte stelden hoger beroep in.
