De man deed zijn uitlatingen als lijsttrekker van de Republikeinse Moderne Partij in een interview met de Amsterdamse televisiezender AT5. In het interview werden homoseksuelen onder andere neergezet als agressieve personen met een seksuele afwijking, aan wie men een hekel mag hebben.
Homofobe uitspraken
De man had gezegd: 'Het gaat om afwijkend gedrag, dat moet effetjes weg'. Wat de verdachte betreft wordt Nederland weer een heteroland, staat Amsterdam te snakken naar een 'hele mooie heteroseksuele Adam-en-Eva-periode' en moet er 'ergens anders maar een homofiele stad' zijn.
Voorgeschiedenis
Het hof deed in 2013 al eerder uitspraak in deze zaak. De man werd toen vrijgesproken. Het hof vond toen dat zijn uitlatingen niet discriminerend waren. De Hoge Raad heeft deze uitspraak vernietigd, omdat het hof een te beperkt criterium had gebruikt. De Hoge Raad wees erop dat ook uitlatingen die aanzetten tot onverdraagzaamheid strafbaar kunnen zijn.
Het oordeel van het hof
Het hof heeft nu geoordeeld dat deze uitlatingen onmiskenbaar de bedoeling hebben homoseksuelen bij het publiek in een kwaad daglicht te stellen. Zij worden als groep in diskrediet gebracht en de waardigheid van de groep wordt ernstig aangetast. Voorts sporen de uitlatingen van de verdachte het publiek aan homoseksuelen te discrimineren door hen aan te pakken, te bestrijden en hun verblijf – in Nederland, althans in Amsterdam – tegen te gaan. Het hof vindt de uitlatingen daarom discriminerend.
Grens vrijheid van meningsuiting
Het hof erkent dat de verdachte als politicus in staat moet zijn zaken van algemeen belang aan de orde te stellen, ook als zijn uitlatingen kunnen kwetsen, choqueren of verontrusten. Maar er is een grens. Die grens ligt bij uitingen die in strijd zijn met de (Grond)wet en de grondbeginselen van de democratische rechtsstaat. De verdachte is over die grens heengegaan. Hij heeft ook niet duidelijk gemaakt welk werkelijk probleem hij aan de kaak heeft willen stellen.
Geen oordeel over ‘aanzetten tot onverdraagzaamheid’
Het hof is niet toegekomen aan het criterium dat de Hoge Raad heeft geformuleerd, omdat het de verdachte nu wel schuldig acht aan het aanzetten tot discriminatie.