dinsdag, 22. maart 2016 - 9:48

'Aandacht in de zorg kan worden vergroot'

'Aandacht in de zorg kan worden vergroot'
Tilburg

Goede zorg is meer dan enkel vaktechnische perfectie. Zorg draait ook om erkenning en het gevoel gezien te worden. En bovenal, goede zorg kan niet bestaan zonder goede aandacht. Dat stelt Klaartje Klaver in haar proefschrift waarop ze vrijdag 1 april promoveert aan Tilburg University.

Zij deed onderzoek naar aandacht op de afdeling Oncologie van het St. Elisabeth Ziekenhuis in Tilburg in het kader van het programma Het Liefste Ziekenhuis (2009-2014).

Hoe ziet aandacht eruit in een ziekenhuis, een instituut dat de gerichtheid op de biologische, lijfelijke kant van de patiënt als haar core business beschouwt? Kunnen artsen en verpleegkundigen binnen die cultuur meer doen dan omzien naar de ziekte of aandoening? Klaartje Klaver brengt aandacht in beeld als een dynamisch verschijnsel dat niet samenvalt met de houding of psyche van zorgverleners, maar dat door de bredere context wordt bepaald.

Orde op de afdeling

Zo kan aandacht soms disciplinerend zijn, bijvoorbeeld omdat verpleegkundigen erop gericht zijn alles volgens de regels te doen. Een patiënt die erg in de war is en tijdens een nachtdienst koppig blijft ronddolen over de gang, wordt met alle macht tot rust gemaand en terug naar zijn kamer gebracht, zonder aandacht te hebben voor wat hij doormaakt. Niet omdat de verpleegkundigen onaandachtige mensen zijn, maar omdat de orde op de afdeling gehandhaafd moet worden.

Een ander voorbeeld is dat aandacht gehaast is omdat een arts er bijvoorbeeld op gericht is snel aan iemand de bloeduitslagen mee te delen. In het voorbijgaan vraagt hij nog even hoe de patiënt zich voelt. Het antwoord hoort hij nauwelijks. Het werk van de arts dwingt hem ertoe snel door te kunnen naar de volgende taak die op hem wacht.

Oog voor de mens

Tegelijkertijd stelt de promovenda dat zorgverleners die niet alleen kijken naar het lichaam, maar ook oog hebben voor de mens die de patiënt is, tegenwicht kunnen bieden aan de dominante ziekenhuiscultuur. Zorgverleners en zorgorganisaties kunnen zich dan ook oefenen in aandacht en deze verbeteren. Daarbij mogen de oncontroleerbare en toevallige aspecten van aandacht niet genegeerd worden: aandacht is nooit helemaal te sturen. Klavers proefschrift is hiermee kritisch over de huidige organisatie van de gezondheidszorg waarin alles controleerbaar en maakbaar moet zijn.

Klaver deed kwalitatief-empirisch onderzoek, overwegend via participerende observatie. Het theorievormende deel staat in de lijn van de empirically grounded ethics of care.

Categorie:
Provincie:
Tag(s):