dinsdag, 4. oktober 2016 - 11:09 Update: 05-10-2016 12:20

Kinkhoestepidemie is geen zeldzaamheid

Kinkhoestepidemie komt nog regelmatig voor
Foto: Archieffoto ter illustratie FBF
Den Haag

Een kinkhoestepidemie is geen zeldzaamheid. Ondanks de DKTP-prik uit het Rijksvaccinatieprogramma is er eens in de drie tot vier jaar een epidemie. De in 2014 geobserveerde kinkhoestepidemie zette zich voort in 2015, zoals blijkt uit het jaarverslag van de Peilstations van NIVEL Zorgregistraties eerste lijn.

Tijdens een epidemie stijgt ook de incidentie onder baby’s tot 6 maanden met een onvolledige vaccinatiestatus door de toegenomen infectiedruk. Om de bescherming van jonge, nog niet (volledig) gevaccineerde zuigelingen te verbeteren heeft de Gezondheidsraad in 2015 de minister van VWS geadviseerd zwangere vrouwen programmatisch een kinkhoestvaccinatie aan te bieden. De minister neemt binnenkort hierover een besluit.

Kinkhoest wordt veroorzaakt door de bacterie Bordetella pertussis en soms door Bordetella parapertussis. De hoestbuien lijken aanvankelijk normaal, maar gaan na een paar weken over in de kenmerkende hevige, plotselinge ‘kinkende’ hoest. Ze kunnen één tot drie maanden aanhouden. Bij volwassen zijn de verschijnselen vaak milder dan bij kinderen. Baby’s kunnen ernstige complicaties krijgen zoals een hersenbeschadiging of een klaplong.

Vaccinatie

Sinds 1953 worden kinderen gevaccineerd tegen kinkhoest, 96% is gevaccineerd. Toch komt kinkhoest sinds 1996 weer meer voor in Nederland. Waarschijnlijk doordat de bacterie is veranderd sinds de ontwikkeling van het vaccin. Vanaf 2001 krijgen 4-jarigen een herhalingsvaccinatie met een nieuw, acellulair kinkhoestvaccin. Vanaf 2005 worden ook baby’s met zo’n acellulair vaccin gevaccineerd. Dit beschermt zo’n vier tot vijf jaar tegen de ziekte. In 2015 kwam kinkhoest het meeste voor bij kinderen van 0-19 jaar, zo blijkt uit onderzoek van de Peilstations van het NIVEL.

Voorzorgsmaatregelen

Volgens de richtlijnen kan een kind met kinkhoest dat zich verder goed voelt gewoon naar school of het kinderdagverblijf. NIVEL-onderzoeker, epidemioloog en huisarts Gé Donker: "Wel is het belangrijk de omgeving te melden dat deze kinderen kinkhoest hebben, zodat zwangere vrouwen en kinderen jonger dan twee jaar uit hun buurt kunnen blijven. Baby’s met een broertje of zusje met kinkhoest kunnen vervroegd worden gevaccineerd. En zo nodig kan een gezin met een zwangere of baby bij risico op besmetting preventief worden behandeld met antibiotica. Het eventueel vaccineren van zwangeren tegen kinkhoest is een nieuwe ontwikkeling om jonge zuigelingen te beschermen.

Categorie:
Provincie: