In totaal zijn negen graven aangetroffen, waarin de stoffelijke resten lagen van deze Nederlanders die na de oorlog in het voormalige Interneringskamp Westerbork waren vastgezet, omdat zij veroordeeld waren voor collaboratie met de nazi's. Zij overleden tussen 1945 en 1947 en zijn begraven in een bos op ongeveer een kilometer afstand van het voormalige kampterrein.
Het onderzoek is uitgevoerd door de Bergings- en Indentificatiedienst van de Koninklijke Landmacht (BIDKL) en onderzoekers van het KLPD op verzoek van het Herinneringscentrum Kamp Westerbork, dat bezig is zoveel mogelijk authentieke sporen van het voormalige kamp Westerbork (1939 – 1971) op te sporen en te markeren. Het bestaan van deze begraafplaats was weliswaar bekend, maar de exacte plek was lange tijd onduidelijk. Ook was het de vraag of de graven in 1960 waren geruimd, zoals in die tijd was besloten. Maar uit onderzoek kon niet worden vastgesteld of dit ook daadwerkelijk was gebeurd. Het bodemonderzoek van de afgelopen dagen heeft aangetoond dat dit niet het geval was.
De stoffelijke resten zullen worden geïdentificeerd en elders herbegraven. Dit kan 1 tot 2 jaren in beslag nemen. Het Herinneringscentrum Kamp Westerbork zal proberen de nabestaanden van deze personen te achterhalen.
