''We trekken ons terug uit beleggingen in producenten van fossiele brandstoffen (olie, gas en kolen). Dit heeft het bestuur van ABP besloten na onlangs verschenen klimaatrapporten. Voor het besluit is veel steun. Veel deelnemers en werkgevers wilden al langer dat we zouden stoppen met beleggen in fossiele brandstoffen.''
Het ABP zal de beleggingen in stappen gaan verkopen. Het merendeel zal naar verwachting in het eerste kwartaal van 2023 verkocht zijn. In totaal gaat het om een belegd vermogen van ruim 15 miljard euro, bijna 3% van ons totaal belegd vermogen. We verwachten dat dit besluit geen negatief effect heeft op het langjarig rendement en uw pensioen.
Gevolgen van opwarming zijn wereldwijd merkbaar
ABP baseert haar klimaatbeleid sinds 2015 op de inzichten van het VN-klimaatpanel (IPCC). Het recente IPCC-rapport laat zien dat mensen wereldwijd nu al de fysieke gevolgen van klimaatverandering ondervinden en dat zonder steviger ingrijpen de opwarming van de aarde op een onacceptabel niveau uitkomt. Om de opwarming tegen te gaan moet de CO2-uitstoot snel en ingrijpend omlaag.
Helpen opwarming te beperken
ABP-bestuursvoorzitter Corien Wortmann: ‘Wij willen een bijdrage leveren om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graad Celsius. Brede groepen deelnemers en werkgevers geven aan hoe belangrijk zij dit vinden.’ De komende tijd nemen we afscheid van beleggingen in producenten van fossiele brandstoffen. ABP ziet onvoldoende kans om als aandeelhouder invloed op hen uit te oefenen en ze de overstap te laten maken naar duurzame energie.
We gaan ons richten op fossiele grootverbruikers
ABP gaat zich nu richten op grootgebruikers van fossiele energie zoals elektriciteitsbedrijven, auto-industrie en de luchtvaart. Ook gaan we bedrijven waarin we beleggen, en die fossiele brandstoffen gebruiken, nog meer stimuleren om te verduurzamen en maatschappelijk verantwoord te ondernemen. Corien Wortmann: ‘Voor deze beleggingen scherpen we de criteria in 2022 verder aan. Wij zullen ook doorgaan met ons pleidooi richting overheden om over te gaan tot verdere CO2-beprijzing bij de industrie. En we blijven ons hard maken om de subsidies op fossiele activiteiten te stoppen.’