vrijdag, 20. december 2013 - 13:24 Update: 03-07-2014 0:46

Ex-neuroloog Steur nooit meer aan de slag als arts

Foto van ziekenhuis ingang | Archief EHF
Foto: Archief EHF
Zwolle

De Twentse ex-neuroloog Jansen Steur mag van het Tuchtcollege niet meer als arts in Nederland aan het werk, en zo mogelijk ook niet in het buitenland.

Dit heeft het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Zwolle vrijdag bekendgemaakt.

De klachten van vijf klagers over onjuiste diagnose, onjuiste medicatie, onvoldoende dossiervoering en follow-up, en de medicijnverslaving van de voormalige neuroloog verklaart het tuchtcollege grotendeels gegrond.

Diagnoses op dubieuze gronden 
Het beeld dat van de arts naar voren komt is dat hij te snel en op dubieuze gronden tot een diagnose kwam en soms wel, soms niet bijpassende medicatie voorschreef. 

Hij kende geen twijfel en toetste zijn oordeel niet of nauwelijks, niet door aanvullend onderzoek en ook niet door overleg met collega’s. Hij negeerde signalen die hem op andere gedachten hadden moeten brengen. Verder waren de dossiervoering en follow-up beneden de maat.

Verslaving aan medicijnen 
Aannemelijk is dat deze misdiagnostiek en dit voorschrijven van verkeerde medicijnen mede in de hand is gewerkt door de verslaving van Jansen Steur aan Dormicum en Temazepam. In elk geval heeft dit middelenmisbruik het risico hierop met zich gebracht. 

De ex-neuroloog heeft bij de meeste patiënten in de klachtzaken ten onrechte ernstige, chronische en veelal progressieve aandoeningen gediagnosticeerd en ten onrechte medicatie met vaak ernstige bijwerkingen voorgeschreven. Dit met alle gevolgen van dien voor deze patiënten. 

Destijds vertoonde hij geen enkele twijfel, maar ook ter zitting was daar weinig van te merken. Dit brengt mee dat het onverantwoord is verweerder verder als arts werkzaam te laten zijn. 

Doorhaling in register
De maatregelen dienen ertoe zoveel mogelijk te bevorderen dat zowel in Nederland als in het buitenland een eventuele inschrijving van de ex-neuroloog in een register kan worden doorgehaald, of dat zijn (her)inschrijving wordt verhinderd als hij niet (meer) is ingeschreven in een register. Bovendien is, met het oog op eventueel hoger beroep, voor het geval verweerder is ingeschreven de onmiddellijke schorsing van de  inschrijving uitgesproken.