maandag, 2. juni 2014 - 10:39 Update: 03-07-2014 0:35

Beademing tijdens operatie kan veiliger

Beademing tijdens operatie kan veiliger
Foto: Archief FBF
Beademing tijdens operatie kan veiliger
Foto: Archief FBF
Amsterdam

Beademing tijdens een operatie kan op een veiligere manier. Onderzoekers van PROVENET, een internationaal netwerk van anesthesiologen en intensivisten opgericht door AMC-hoogleraar Marcus Schultz, gingen na welke beademingsstrategie de minste longschade oplevert. Hun bevindingen gaan in tegen de huidige gedachte dat beademing met kleine ademteugen een hoge eind-expiratoire druk behoeft (de druk aan het einde van de uitademing). Ze publiceren hierover in het wetenschappelijke topblad The Lancet.

Hoe kort het ook duurt, het beademen van een patiënt tijdens een operatie veroorzaakt schade aan de longen. Dat kan leiden tot longcomplicaties in de fase na de ingreep. De beademingsapparatuur moet dan ook zodanig worden ingesteld dat die schade zo veel mogelijk beperkt blijft. Er zijn twee factoren die invloed hierop zouden hebben: de grootte van het teugvolume en de hoogte van de druk aan het einde van de uitademing. Kleine teugen voorkomen het overrekken van de longen, een hoge eind-expiratoire druk voorkomt dat delen van de long aan het einde van de uitademing te ver leeg lopen, waarna ze moeilijk weer open gaan. Het uitgangspunt is momenteel dat als er kleine teugen worden gebruikt, er altijd een hoge eind-expiratoire druk nodig is.

‘De afgelopen jaren zijn veel strategieën met elkaar vergeleken’, vertelt prof. dr. Marcus Schultz van de Intensive Care Volwassenen. ‘Grote teugen in combinatie met een lage eind-expiratoire druk of kleine teugen gecombineerd met een hoge eind-expiratoire druk. Maar naar de effecten van teugvolume en beademingsdruk afzonderlijk werd niet gekeken.’ De PROVHILO-studie doet dat wel. In 30 centra in Europa en Noord- en Zuid-Amerika werden 900 patiënten gevolgd die een hoog risico liepen op longcomplicaties na een buikoperatie. Ze werden allemaal beademd met kleine teugen, maar kregen willekeurig een lage of juist hoge eind-expiratoire druk.


‘We dachten dat een hoge druk het meeste voordeel zou opleveren, maar dat was helemaal niet zo’, vertelt Schultz. Er bleek helemaal geen verschil te bestaan in postoperatieve longschade. Maar een hoge eind-expiratoire druk bracht een belangrijk risico: tijdens de operatie kan de bloeddruk gevaarlijk dalen. Dat komt omdat het hart meer moeite heeft om het bloed door de longen te pompen.

Wel kleine teugen, maar vooral niet standaard een hoge eind-expiratoire druk toepassen, is dan ook het advies van de onderzoekers. Zij presenteerden hun bevindingen gisteren in Stockholm op het Euroanaesthesia-congres.

Categorie:
Tag(s):