Invoer drie partijen cocaïne
In deze strafzaak draaide het voornamelijk om de invoer van drie partijen cocaïne uit Zuid-Amerika. Voor de invoer van 74 en 105 kilo cocaïne wordt de Barendrechter veroordeeld voor het medeplegen van de invoer. In de zaak waarbij het om ruim 1.300 kilo cocaïne ging, wordt hij vrijgesproken van betrokkenheid bij de invoer, maar wordt hij wel veroordeeld voor strafbare voorbereidingshandelingen.
Voorbereidingshandelingen
'Hij kocht op verzoek van een ander een corrupte medewerker in de scheepvaart om. Hiermee regelde hij dat de locatie van de container met drugs werd doorgegeven, zodat de cocaïne uit de containers gehaald kon worden. De verdachte zou daar 50.000 euro voor krijgen en de corrupte medewerker zou 100.000 euro ontvangen. In deze zaak was de cocaïne echter al ontdekt door de douane en in beslag genomen', aldus de rechtbank.
Handel
De verdachte heeft ook een periode in cocaïne gehandeld. Hierbij verschilden de hoeveelheden van enkele tot tientallen kilo’s.
Celstraf
Al met al is de verdachte veroordeeld voor betrokkenheid bij de invoer van cocaïne, handel in cocaïne en in twee gevallen voor niet-ambtelijke corruptie (omkoping). De rechter legt hem hiervoor een gevangenisstraf op van zeven jaar, met aftrek van het voorarrest.
Afpakken van geld
De ontneming van het wederrechtelijk genoten voordeel, korter gezegd: het afpakken van geld dat verdachte met deze feiten zou hebben verdiend, wordt op een andere zitting behandeld door de meervoudige kamer.