In het tweede kwartaal van 2024 hadden 176 duizend jongeren die geen onderwijs volgden geen startkwalificatie (een havo-, vwo- of mbo-2-diploma). Dit zijn er 50 duizend meer dan in het tweede kwartaal van 2021. Het aantal niet-onderwijsvolgende jongeren met een startkwalificatie nam in diezelfde periode met 72 duizend toe, tot 697 duizend.
Met startkwalificatie vaker aan het werkVan de niet-onderwijsvolgende jongeren met een startkwalificatie was 90 procent in het tweede kwartaal van 2024 aan het werk. Onder degenen zonder startkwalificatie was dat 69 procent.
In totaal waren er 54 duizend jongeren zonder startkwalificatie die geen onderwijs volgden en ook niet aan het werk waren. 15 duizend van hen waren werkloos, zij waren op zoek naar werk en daarvoor direct beschikbaar. De overige 39 duizend behoorden tot de niet-beroepsbevolking en hadden dus niet recent naar werk gezocht en/of waren daar niet voor beschikbaar. Ziekte of arbeidsongeschiktheid was hiervoor de meest genoemde reden.