dinsdag, 23. januari 2007 - 11:07

Groningse studenten in de 19de eeuw

Groningen

Historicus Pieter Caljé dook in de levens van studenten die tussen 1800 en 1900 in Groningen neerstreken. Hij reconstrueerde levens van vijf cohorten studenten en schreef een cultuurgeschiedenis van het Groningse studentencorps Vindicat atque Polit. De sociale en culturele geschiedenis van studenten verbindt hij met sociale, politieke en geografische langetermijnprocessen in de 19e eeuw. Op deze wijze ontstaat er een kleurrijk beeld van de universiteit als maatschappelijke instelling.

Sommigen zien de universiteit als een ivoren toren waarin geleerden in alle rust voor andere geleerden nieuwe geleerdheden proberen te produceren. Het uitgangspunt van dit onderzoek is daarentegen dat de universiteit per definitie een maatschappelijke instelling is, die met duizend draden met de samenleving is verbonden. Door studenten als uitgangspunt van het onderzoek te nemen krijgen we zicht op de wijze waarop de Groningse universiteit zich in de zeventiende en achttiende eeuw ontwikkelde.

Ook zien we waarom zij in de late achttiende eeuw in Noord-Nederland ten koste van Franeker geleidelijk het academisch monopolie verwierf. In de negentiende eeuw speelde de universiteit een centrale rol in processen van staat- en natievorming, elitevorming, professionalisering en democratisering. Dit alles komt mede aan het licht door de kleurrijke negentiende-eeuwse studentencultuur als jeugdcultuur te analyseren.

Dr. Pieter Caljé promoveerde najaar 2006 aan de Universiteit Maastricht op het onderzoek "Groningse studenten en hun academie; de inbedding van de universiteit in de samenleving in de negentiende eeuw".

Caljé studeerde geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen en werkt als universitair docent bij de vakgroep Geschiedenis van de Faculteit der Cultuur- en maatschappijwetenschappen van de Universiteit Maastricht . Eerder publiceerde hij samen met J.C. den Hollander het standaardwerk "De nieuwste geschiedenis. Vanaf 1870 tot heden"
Provincie:
Tag(s):