donderdag, 18. april 2013 - 15:53 Update: 03-07-2014 0:59

Celstraf geëist voor fraude met paardenvlees

Celstraf geëist voor fraude met paardenvlees
Foto: Archief FBF.nl
Celstraf geëist voor fraude met paardenvlees
Foto: Archief FBF.nl
Breda

De advocaat-generaal (OM) in ‘s-Hertogenbosch heeft vandaag in hoger beroep een gevangenisstraf van 18 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk geëist tegen een 63-jarige verdachte uit Breda. Volgens het OM is de man betrokken bij het omkatten van paardenvlees naar (halal) rundvlees in de periode van 1 september 2007 t/m 30 juni 2009. Daarnaast vordert het OM van een betrokken slachthuis €72.880 voor het wederrechtelijk verkregen voordeel.

In de visie van het OM heeft de verdachte meerdere documenten valselijk opgemaakt waardoor paardenvlees (veelal afkomstig uit  Zuid-Amerika en Canada) werd omgekat tot rundvlees (afkomstig uit Nederland of Duitsland). Om de afzetmarkt te vergroten en de waarde te vermeerderen werd het vlees ook voorzien van de aanduiding halal.

De verdachte werd eerder door de rechtbank in Breda veroordeeld tot 12 maanden cel waarvan 3 maanden voorwaardelijk. De verdachte stelde hoger beroep.

Het OM vindt een deels onvoorwaardelijke celstraf op zijn plaats. Door het valselijk opmaken van verkoopfacturen, attesten en etiketteringen heeft verdachte de consument misleid en de traceerbaarheid van de herkomst van vlees bemoeilijkt. Met betrekking tot voedingsmiddelen moeten consumenten er vanuit kunnen gaan dat men eet wat op de aanduidingen op de verpakking staat vermeld. Het handelen van verdachte schaadt bovendien het vertrouwen in de Nederlandse vleessector.

Een Amsterdams slachthuis was -op papier- betrokken bij de fraude. De rechtbank heeft het slachthuis onherroepelijk veroordeeld tot een boete van €5.000 voor het valselijk opmaken van facturen. Daarnaast besliste de rechtbank tot de ontneming van ruim €36.000. In de ontnemingszaak stelde het OM hoger beroep in. Volgens het OM heeft het slachthuis aanzienlijk meer verdiend aan de fraude. Daarom is opnieuw een bedrag van €72.880 gevorderd.

Uitspraak (naar verwachting) op 2 mei 2013.